41 NEDERLANDS
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
Aanbrengen of verwijderen van het
schroefbit of de schroefdop
►
Fig.11
Gebruik uitsluitend een schroefbit/schroefdop met een
insteekgedeelte zoals aangegeven in de afbeelding.
Gebruik geen ander schroefbit/schroefdop.
Voor gereedschappen met een ondiepe
schroefbit-insteekopening
A=12 mm
B=9 mm
Gebruik uitsluitend dit type
schroefbit. Volg procedure 1.
(Opmerking) De bitadapter is
niet nodig.
Voor gereedschappen met een diepe
schroefbit-insteekopening
A=17 mm
B=14 mm
Om dit type schroefbit te
plaatsen, volgt u procedure 1.
A=12 mm
B=9 mm
Om dit type schroefbit te
plaatsen, volgt u procedure 2.
(Opmerking) De bitadapter is
nodig om het bit te plaatsen.
Procedure 1
Voor gereedschap zonder snelkoppelingsbus
►
Fig.12:
1.
Schroefbit
2.
Bus
Om het schroefbit te plaatsen, trekt u de bus in de richting van
de pijl en steekt u het schroefbit zo ver mogelijk in de bus.
Laat daarna de bus los om het schroefbit te vergrendelen.
Voor gereedschap met snelkoppelingsbus
Om het schroefbit aan te brengen, steekt u het schroef-
bit zo ver mogelijk in de bus.
Procedure 2
Voorafgaande aan
Procedure 1
, steekt u de bitadapter
met zijn puntige uiteinde in de bus.
►
Fig.13:
1.
Schroefbit
2.
Bitadapter
3.
Bus
Om het schroefbit te verwijderen, trekt u de bus in de
richting van de pijl en trekt u het schroefbit er uit.
OPMERKING:
Als het schroefbit niet diep genoeg
in de bus wordt gestoken, zal de bus niet naar haar
oorspronkelijke positie terugkeren en zal het schroef
-
bit niet goed vastzitten. In dat geval dient u het bit
opnieuw erin te steken volgens de bovenstaande
procedure.
OPMERKING:
Als het moeilijk is om het schroefbit
aan te brengen, trekt u aan de bus en steekt u het
schroefbit zo ver mogelijk in de bus.
OPMERKING:
Nadat u het schroefbit in de bus hebt
gestoken, controleert u dat het schroefbit stevig vast
zit. Als het uit de bus komt, mag u het niet gebruiken.
De haak aanbrengen
LET OP:
Als u de haak aanbrengt, bevestigt u
deze altijd stevig met de schroef.
Als u dit niet doet,
kan de haak losraken en tot persoonlijk letsel leiden.
►
Fig.14:
1.
Gleuf
2.
Haak
3.
Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
BEDIENING
►
Fig.15
Het juiste aandraaimoment kan verschillen afhankelijk
van het soort en de maat van de schroef/bout, het
materiaal van het te bevestigen werkstuk, enz. De ver-
houding tussen het aandraaimoment en de aandraaitijd
wordt aangegeven in de afbeeldingen.
Juiste aandraaimoment voor een standaardbout
N•m
(kgf•cm)
M14
M12
M10
M8
M16
M14
M12
M10
M8
M16
140
(1428)
(1224)
(1020)
(816)
(612)
(408)
(204)
120
100
80
60
40
20
0
1
2
1
2
1.
Aandraaitijd (seconden)
2.
Aandraaimoment