29
Monteer de diamantschijf, de buitenflens en de zeskant-
inbusbout op de as. Houd de buitenflens vast met de
sleutel en draai de zeskant-inbusbout linksom vast met
de zeskant-inbussleutel. ZORG ERVOOR DAT U DE
ZESKANT-INBUSBOUT STEVIG VASTDRAAIT.
LET OP:
• Gebruik uitsluitend de Makita-sleutel voor het aanbren-
gen en verwijderen van de schijf.
De waterleiding installeren (Fig. 9)
Maak het gereedschap eerst los van het stopcontact.
Draai de vleugelbout op de dieptegeleider los en beweeg
de zool omlaag. Monteer de waterleiding aan het schijf-
huis met de schroef.
Bevestig het plastic buisje aan de waterleiding en beves-
tig de adapter van het plastic buisje aan een kraan van
de openbare waterleiding. Regel de waterstroom een-
voudig door aan de kraan te draaien.
Deksel (A) aanbrengen (Fig. 10)
Bevestig deksel (A) op het gereedschap met de kant
gemerkt “Upside
” naar boven.
BEDIENING (Fig. 11)
Regel de waterstroom. Houd het gereedschap stevig
vast. Plaats eerst de zool van het gereedschap op het
werkstuk dat u wilt slijpen, zonder dat de schijf het werk-
stuk raakt. Schakel vervolgens het gereedschap in en
wacht totdat de schijf op volle toeren draait. Duw het
gereedschap naar voren over het oppervlak van het
werkstuk, houd het daarbij vlak, en duw gelijkmatig totdat
het slijpen klaar is. Slijp in een rechte lijn en met gelijk-
matige snelheid.
LET OP:
• DIT GEREEDSCHAP MAG UITSLUITEND GEBRUIKT
WORDEN OP HORIZONTALE OPPERVLAKKEN.
• Duw het gereedschap voorzichtig en in een rechte lijn
naar voren. Als u het gereedschap wringt en er buiten-
sporig veel kracht op uitoefent, of als de schijf in de
snede verbuigt, klem zit of verdraait, kan dit leiden tot
oververhitting van de motor en gevaar voor terugslag.
• Aangezien overmatig diep slijpen de motor kan overbe-
lasten of het gereedschap moeilijk hanteerbaar kan
maken, mag de snijdiepte bij het slijpen van groeven
niet meer dan 20 mm per snijbeurt bedragen. Als u
meer dan 20 mm diep wilt slijpen, maakt u de groef dan
in meerdere snijbeurten, met een geleidelijk dieper
gaande snede.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker ervan uit het stopcontact is verwijderd voordat
u begint met inspectie of onderhoud van het gereed-
schap.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Dat kan verkleuring, vervormingen en bar-
sten veroorzaken.
Diamantschijf slijpen
Als de effectiviteit van het slijpen met de diamantschijf
afneemt, gebruikt u een oude, versleten, grofkorrelige
slijpsteen van een tafelslijpmachine, of een betonblok om
de diamantschijf weer scherp te maken. Hiertoe klemt u
de slijpsteen van de tafelslijpmachine of het betonblok
stevig vast en slijpt u het door met de diamantschijf.
Na gebruik
Blaas het stof uit de binnenkant van het gereedschap
door het gereedschap enige tijd stationair te laten
draaien. Borstel het opeen gehoopte stof vanaf de zool
van het gereedschap. Opeenhoping van stof in de motor
of op de zool kan leiden tot storing in het gereedschap.
Deksels reinigen (Fig. 12 en 13)
Wanneer er zich al te veel stof op deksel (A) heeft opge-
hoopt, maakt u de klem los en verwijdert u deksel (A).
Verwijder de opeenhoping van stof binnenin deksel (A)
en veeg het schoon. Monteer dan deksel (A) weer op het
gereedschap, met de kant gemerkt “Upside
” naar
boven. Duw het deksel (A) zo ver mogelijk naar de motor
toe en zet het vast door de klem vast te maken.
Bij het vervangen van de schijf reinigt u tegelijkertijd het
deksel (B). Draai de schroef los waarmee deksel (B)
bevestigd is en verwijder deksel (B). Was de opeen-
hoping van stof binnenin deksel (B) er uit en veeg het
schoon. Breng dan deksel (B) weer op het gereedschap
aan door de schroef vast te draaien. Opeenhoping van
stof binnenin de deksels kan leiden tot storing in het
gereedschap.
LET OP:
• Voor gebruik van het gereedschap dient u te zorgen dat
de deksels (A) en (B) weer vastzitten.
Koolborstels vervangen (Fig. 14 en 15)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-
vang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarke-
ring versleten zijn. Houd de koolborstels schoon zodat ze
goed in de houders glijden. Beide koolborstels dienen
tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik uitsluitend
identieke koolborstels.
Verwijder eerst deksel (A).
Gebruik een schroevendraaier om de borstelhouderdop-
pen te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit,
schuif de nieuwe erin, en draai de borstelhouderdoppen
goed vast.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
product te handhaven, dienen alle reparaties en alle
andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te
worden uitgevoerd door een erkend Makita servicecen-
trum, en dat uitsluitend met gebruik van Makita vervan-
gingsonderdelen.
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijke verwonding opleveren. Gebruik de acces-
soires of hulpstukken uitsluitend voor het gespecifi-
ceerde doel.
Wenst u meer informatie over deze accessoires, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde Makita service-
centrum.
• Diamantschijven
• Zeskant-inbussleutel 5
• Sleutel nr. 22
• Geleiderail (lineaal)