NL
152
• Werk niet met de zaag boven het
hoofd.
U hebt op deze w
ij
ze onvoldoende
controle over het elektrische gereed-
schap.
• Let op dat de voetplaat t
ij
dens het
zagen veilig ligt.
Een gekanteld zaag-
blad kan breken of tot terugslag leiden.
• Gebruik het elektrische gereedschap
niet stationair.
Het is niet ontworpen
voor gebruik met zaagtafel.
• Gebruik geen zaagbladen van HSS-
staal.
Dergel
ij
ke zaagbladen kunnen
gemakkel
ij
k breken.
• Zaag geen metalen.
Hete spaanders
kunnen de stofafzuiging doen ontbran-
den.
• Borg b
ij
de invalzaagsnede die niet
rechthoekig wordt uitgevoerd, de
geleidingsplaat van de zaag tegen
z
ij
waartse verschuiving.
Een z
ij
waartse
verschuiving kan ertoe leiden dat het
zaagblad ingeklemd raakt en zodoende
terugslag veroorzaakt.
• Leg de zaag niet neer zonder dat de
beschermkap het zaagblad bedekt.
Een onbeschermd, nalopend zaagblad
beweegt de zaag tegen de zaagrichting in
en zaagt wat op z
ij
n weg komt. Let hierb
ij
op de naloopt
ij
d van de zaag.
Aanvullende veiligheidsinstructies
• Houd het elektrische gereedschap b
ij
de geïsoleerde grepen vast, wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarb
ij
het
gereedschapshulpstuk verborgen
elektrische leidingen of de eigen
stroomkabel kan raken.
Contact met
een onder spanning staande leiding zet
ook de metalen delen van het elektrische
gereedschap onder spanning en leidt tot
een elektrische schok.
• Controleer vóór de werkzaamheden
met daarvoor geschikte apparatuur of
er evt. verborgen leidingen van nuts-
bedr
ij
ven in het werkgebied aanwezig
z
ij
n. Raadpleeg in geval van tw
ij
fel het
desbetreffende elektriciteitsbedr
ij
f.
Contact met elektrische leidingen kan tot
brand of elektrische schokken leiden.
Beschadiging van een gasleiding kan een
explosie veroorzaken. Beschadiging van
een waterleiding leidt tot aanzienl
ij
ke
materiële schade of kan elektrische
schokken veroorzaken.
• Houd het elektrische gereedschap b
ij
het werk stevig met beide handen vast
en zorg voor een stabiele stand.
Het
elektrische gereedschap wordt met twee
handen veiliger geleid.
• Wacht tot het elektrische gereedschap
tot stilstand is gekomen, voordat u het
neerlegt.
Het gereedschapshulpstuk kan
bl
ij
ven haken en tot controleverlies over
het elektrische gereedschap leiden.
• Voorkom ongecontroleerd herstarten.
Schakel het apparaat uit wanneer de
elektrische voeding wordt onderbroken,
b
ij
v. door stroomuitval of uittrekken van de
stekker.
• Zet het werkstuk vast.
Een met klem-
voorzieningen of bankschroef vastgehou-
den werkstuk wordt steviger vastgehou-
den dan met uw hand.
• Houd uw werkplek schoon.
Gemengde
verontreiniging door verschillende stoffen
is b
ij
zonder gevaarl
ij
k. Stof van lichte
metalen (b
ij
v. aluminium) kan gemakkel
ij
k
ontbranden of exploderen.
• Gebruik het elektrisch gereedschap
niet als de kabel is beschadigd. Raak
een beschadigde kabel niet aan en trek
de stekker er meteen uit.
Beschadigde
kabels verhogen het risico van een elek-
trische schok.
• Voorkom oververhitting van apparaat
en werkstuk.
Overmatige hitte kan
gereedschap en apparaat beschadigen.
• Kort na de werkzaamheden kan het
gereedschap zeer heet z
ij
n. Laat een
heet stuk gereedschap afkoelen.
Het
aanraken van hete gereedschappen kan
leiden tot verbrandingen.
• Reinig een heet stuk gereedschap
nooit met brandbare vloeistoffen.
Er
bestaat gevaar voor brand en explosie.
• Houd de handgrepen droog en vr
ij
van
vet.
Glibberige handgrepen kunnen lei-
den tot ongelukken.
• Steeds de geldende nationale en inter-
nationale veiligheids-, gezondheids-
en arbeidsvoorschriften volgen.
Infor-
meer voor het begin van de werkzaamhe-
den naar de geldende voorschriften op de
plek waar het apparaat wordt ingezet.
•
Houd er rekening mee dat de bewegende
delen zich ook achter be- en ontluch-
tingsopeningen kunnen bevinden.