73
Gevaar door trilling
De in de technische gegevens vermelde trillings-
waarde vertegenwoordigt de hoofdzakelijke toepas-
singen van het apparaat. De effectief tijdens het
gebruik aanwezige trilling kan op basis van volgende
factoren hiervan afwijken:
• Niet-reglementair voorgeschreven gebruik;
• Ongeschikt inzetgereedschap;
• Ongeschikt materiaal;
• Onvoldoende onderhoud.
U kunt de gevaren duidelijk verminderen als u zich
aan volgende aanwijzingen houdt:
– Onderhoud het apparaat in overeenstemming
met de in de gebruiksaanwijzing vermelde
instructies.
– Vermijd het werken bij lage temperaturen.
– Houd uw lichaam en in het bijzonder de handen
bij koud weer warm.
– Las regelmatig een pauze in en beweeg daarbij
de handen om de doorbloeding te stimuleren.
Elektrische veiligheid
• Het apparaat mag uitsluitend op een stopcon-
tact met naar behoren ge
ï
nstalleerd bescherm-
contact aangesloten worden.
• De beveiliging moet met een aardlekschakelaar
(FI-schakelaar) met een lekstroom van niet meer
dan 30 mA gebeuren.
• Voor het aansluiten van het apparaat moet gega-
randeerd zijn, dat de netaansluiting overeenkomt
met de aansluitgegevens van het apparaat.
• Het apparaat mag uitsluitend binnen de aange-
geven grenzen voor spanning, vermogen en
nominaal toerental gebruikt worden (zie type-
plaatje).
• De stekker niet met natte handen vastnemen! De
kabel altijd aan de stekker, niet aan de kabel uit-
trekken.
• De kabel niet plooien, platdrukken, er niet aan
trekken of over rijden; beschermen tegen
scherpe hoeken, olie en hitte.
• Apparaat niet aan de kabel optillen of de kabel
anders aan het eigenlijke gebruiksdoel onttrek-
ken.
• Controleer voor ieder gebruik de stekker en de
kabel.
• Bij beschadiging van het netsnoer onmiddellijk
de stekker uittrekken. Het apparaat nooit met
beschadigd netsnoer gebruiken.
• Als het apparaat niet gebruikt wordt, moet de
stekker altijd uitgetrokken zijn.
• Voor u de stekker in het stopcontact steekt,
moet het apparaat uitgeschakeld zijn.
• Voor u de stekker uittrekt het apparaat altijd uit-
schakelen.
• Apparaat bij het transport stroomloos schakelen.
Onderhoud
• Bij alle werkzaamheden aan het apparaat moet
de stekker van de voedingsadapter worden los-
gekopppeld.
• Uitsluitend de hier beschreven onderhouds-
werkzaamheden en de oplossingen voor het ver-
helpen van storingen mogen worden uitgevoerd.
Alle overige werkzaamheden moeten door een
technicien worden uitgevoerd.
• Er mogen uitsluitend originele reserveonderde-
len worden gebruikt. Deze reserveonderdelen
zijn uitsluitend voor het apparaat vervaardigd en
geschikt. Overige reserveonderdelen leiden niet
tot het vervallen van de garantie, maar ze kunnen
een risico vormen voor u en uw omgeving.
Apparaatspecifieke veiligheidsaanwijzingen
• Bij werkzaamheden met het apparaat moet het
werkbereik schoon en opgeruimd zijn.
• Tijdens de werkzaamheden met het apparaat
moet er voldoende verlichting aanwezig zijn.
• Er mogen zich geen licht ontvlambare of explo-
sieve stoffen in de onmiddellijke omgeving
bevinden.
• Minderjarigen en gebruikers die niet voldoende
vertrouwd zijn met de bediening van het appa-
raat mogen het niet gebruiken.
• Personen, die op grond van gebrekkige fysieke,
psychische of sensorische eigenschappen niet
in staat zijn het apparaat veilig en voorzichtig te
bedienen, mogen het apparaat niet gebruiken.
• Het apparaat altijd droog bewaren.
• Apparaat op een droge en vorstvrije plek bewa-
ren.
• Apparaat tijdens transport beschermen tegen
beschadigingen.
• De straal niet op uzelf of anderen richten, om kle-
ding of schoeisel te reinigen.
• Nooit voorwerpen afspuiten die gevaarlijke stof-
fen voor de gezondheid (bijv. asbest) bevatten.
• Nooit vloeistoffen met oplosmiddelen, aceton,
onverdunde zuren of oplosmiddelen als reini-
gingsmiddelen gebruiken! Een sproeinevel van
dergelijke stoffen is uiterst gevaarlijk voor de
gezondheid en evt. explosief.
• Uitsluitend geadviseerde reinigingsmiddelen van
de fabrikant gebruiken.
• Het apparaat niet gebruiken wanneer andere
personen zonder veiligheidskleding zich binnen
bereik bevinden.
• Alle onder stroom staande delen in het werkge-
bied moeten spuitwaterdicht zijn.
• Minimaal 30 cm spuitafstand aanhouden bij het
reinigen van gelakte oppervlakken om beschadi-
gingen te voorkomen.
• Reinigingswerkzaamheden waarbij oliehoudend
afvalwater ontstaat, bijv. het wassen van moto-
ren, vloeren mag alleen op wasplaatsen met een
olieafscheider worden uitgevoerd.
VOORZICHTIG! Gevaar voor verwondin-
gen door trilling!
Vooral bij personen met
bloedsomloopstoornissen kan het door tril-
ling tot aantasting van bloedvaten of aders
komen.
Bij volgende symptomen onderbreekt u
onmiddellijk het werk en raadpleegt u een
arts: inslapen van lichaamsdelen, gevoels-
verlies, jeuk, steken, pijn, veranderingen
van de huidskleur.
NL
Hochdruckreiniger_345707.book Seite 73 Freitag, 25. November 2016 2:54 14