34
nl
opgeslagen worden en moet het materiaal
tegen stoten en alle invloeden van buiten-
af (vocht, vorst enz.) beschermd worden.
De pomp moet voorzichtig verplaatst worden
om de vorm en de uitlijning van de hydraulische
onderdelen niet in het gedrang te brengen.
De pomp mag nooit aan de elektrische kabel
opgehesen of opgehangen worden.
4. INSTALLATIE
LET OP
Het personeel dat met
de werking, het onder-
houd, de controle tij-
dens de installatie van de pomp belast is
moet in het bezit zijn van de benodigde
vaardigheden om dit soort werk te kunnen
doen. Bovendien moet de installateur en/
of de onderhoudsmonteur en het betref-
fende personeel op de hoogte zijn van de
inhoud van de handleiding.
4.1 MONTAGE
- De pomp moet altijd met de as in de horizon-
tale positie geïnstalleerd worden. De aan de
hand van de pijl op het pomphuis aangegeven
stromingsrichting moet altijd aangehouden
worden (zie fig. 1).
- Er moet gecontroleerd worden of de leidin-
gen goed uitgelijnd zijn en of de pomp en de
leidingen goed ondersteund worden. Nauwe
bochten in de buurt van de pomp moeten ver-
meden worden.
- Als de pomp op een verticale leiding gemon-
teerd is moet de stroming opwaarts zijn. Als
de stroming neerwaarts is moet er vóór de
aanzuiging van de pomp een ontluchting op
het hoogste punt van het circuit aangebracht
worden.
- Men mag de pomp nooit lang achter elkaar
met gesloten afsluiters laten functioneren.
- De circulatiepomp mag nooit op het laagste
punt van het circuit gemonteerd worden om
te vermijden dat de onzuiverheden die in de
installatie aanwezig zijn in de pomp terecht-
komen.
- Er wordt geadviseerd om zowel op de pers-
als op de aanzuigleiding van de pomp goed
afdichtende afsluiters te monteren.
- Alvorens de pomp te monteren moet de in-
stallatie goed doorgespoeld worden om
vreemde voorwerpen die zich in het circuit
bevinden waardoor de pomp vast kan lopen
of in ieder geval beschadigd kan worden te
verwijderen.
4.2 PLAATSINGSRICHTING VAN DE KLEM-
MENKAST
De circulatiepomp mag nooit met de klemmen-
kast naar beneden gedraaid gemonteerd worden.
Als de klemmenkast op een andere plaats komt te
zitten als de kop gedraaid wordt moet erop gelet
worden dat de O-ring van het pomphuis op de
juiste plaats zit.
Indien nodig kan de plaatsingsrichting van de mo-
tor en dus van de klemmenkast veranderd worden
door de bevestigingsschroeven van de motor eruit
te draaien en de motor in de gewenste positie te
draaien.
LET OP
Er moet op gelet wor-
den dat de dichting van
het pomphuis niet be-
schadigd wordt en de dichting moet weer
op de juiste manier gemonteerd worden.
Als er koud water voorhanden
is (klimaatbeheersing) mag de
circulatiepomp in geen geval
met de klemmenkast naar beneden ge-
draaid (6 uur) gemonteerd worden.
4.3 ELEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluitingen moe-
ten door een erkende vakman uit-
gevoerd worden en met inachtne-
ming van de voorschriften die in het
betreffende land gelden.
Voor wat de elektrische specificaties betreft (fre-
quentie, spanning, nominale stroom) moet het
typeplaatje van de motor geraadpleegd worden.
De pomp heeft geen uitwendige beveiliging no-
dig maar moet wel geaard worden.
De aanwijzingen met betrekking tot het aanslui-
ten van de kabels staan op de aansluitingen van
de pomp (fig. 3).
Summary of Contents for EFLC 40-11
Page 30: ...30 el 4 4 1 1 4 2 O ring 6 4 3 3 5 5 1 2 5 2 2 auto EFLC PLC...
Page 32: ...32 el 7 a 5 3 a b a a 6 a a b b a a set point b b c c...
Page 58: ...58 ru 4 4 1 1 4 2 6 4 3 3 5 5 1 2 5 2 2...
Page 60: ...60 ru 7 a 5 3 a b a a 6 a a b b a a b b c c...
Page 78: ...78 bg 4 4 1 1 4 2 6 4 3 3 5 5 1 2 5 2 EFLC PLC Pressure Loss Compensation...
Page 80: ...80 bg 7 a 5 3 a a a 6 a a a a...
Page 90: ...90 ua 4 4 1 1 4 2 6 4 3 3 5 5 1 i i 2 5 2...
Page 92: ...92 ua 7 a 5 3 a a a 6 a a a a...
Page 115: ......
Page 116: ......