Nederlandse
Nederlandse
6
Invoeren van lasdraad in de toorts
Sluit een passende lastoorts aan op de machine. De
specificaties van de lastoorts moeten overeen komen
met de lasmachine.
Schakel de stroombron in (de hoofdschakelaar [1] in “I”
positie).
Verwijder de gasverdeler en contacttip van de lastoorts.
Stel de draadsnelheid in op ongeveer 10m/min met de
draadsnelheid (WFS) knop [7].
Schakel de knop Koude draadaanvoer / Gas Spoelen [5]
in de positie “Koude draadaanvoer” en houd deze in
deze positie totdat de lasdraad uit het laspistool komt.
WAARSCHUWING
Houd ogen en hand ver van einde van het laspistool
gedurende draadaanvoer.
WAARSCHUWING
Wanneer er voldoende lasdraad uit het pistool komt
moet de machine uitgeschakeld worden alvorens de
gasverdeler en contacttip weer te plaatsen.
Gasvoorziening
Sluit de gasslang aan op de gasconnector op de
achterzijde van de machine.
Plaats de gascilinder op de flessendrager en borg deze
met de ketting.
Plaats een passend reduceerventiel op de gascilinder.
Sluit de gasslang vervolgens aan op het reduceerventiel.
MIG / MAG lassen in Manuele modus
Om te lassen in de manuele MIG/MAG methode moet
men:
•
De netstekker in de stekkerdoos steken.
•
Schakel de machine in met de Aan/Uit schakelaar
[1]. (de lamp moet branden).
•
Voer de lasdraad in de toorts in met behulp van de
schakelaar “koude draadaanvoer” [5].
•
Controleer de gasstroom met behulp van de
schakelaar “gas spoelen” [5].
•
Zet knop [17] in de Manuele positie (controleer of de
lamp [15] brand in
Manuele
modus).
•
Stel de juiste lasspanning behorend bij het gekozen
lasmateriaal en werkstukdikte met behulp van
schakelaars [3] en de draadaanvoersnelheid met de
draadsnelheidsknop (WFS) knop [7]. Onderstaand
schema kan behulpzaam zijn bij de instelling:
•
Rekening houdend met de bijbehorende regels, kan
men beginnen te lassen.
MIG / MAG lassen in de Synergische
(automatische) modus
Om te lassen in de synergische modus moet men:
•
De netstekker in de stekkerdoos steken.
•
Schakel de machine in met de Aan/Uit schakelaar
[1]. (de lamp moet branden).
•
Voer de lasdraad in de toorts in met behulp van de
schakelaar “koude draadaanvoer” [5].
•
Controleer de gasstroom met behulp van de
schakelaar “gas spoelen” [5].
•
Stel de keuzeknop draaddiameter [16]
overeenkomend met de gebruikte draaddiameter.
•
Stel de keuzeknop lasmateriaal en gassoort [17]
overeenkomend met het gebruikte lasmateriaal.
WAARSCHUWING
Indien de geselecteerde lasprocedure geen
synergisch proces heeft, verschijnen er 3
horizontale streepjes op display “A”.
•
Stel de juiste lasspanning in met de
keuzeschakelaars [3] afhankelijk van de gekozen
lasmethode en materiaaldikte.
WAARSCHUWING
In synergische lasmode kiest de machine
automatisch de juiste draadsnelheid bij elke positie
van de Spanningskeuzeschakelaars [3]. De
automatisch ingestelde snelheid kan bijgeregeld
worden
±
25% met behulp van de knop
draadaanvoersnelheid [7].
•
Rekening houdend met de bijbehorende regels, kan
men beginnen te lassen.
Draadaanvoerrollen wisselen
De machine wordt standaard vanaf de fabriek geleverd
met draadaanvoerrollen voor 1.0 en 1.2mm. Voor
andere draaddiameters en draadsoorten zijn sets met
aangepaste draadaanvoerrollen beschikbaar. Hieronder
de werkwijze voor het wisselen van de
draadaanvoerrollen:
•
Schakel de machine uit.
•
Zet de drukrolbrug vrij [32].
•
Verwijder de borgschroeven [33].
•
Open de beschermkap [34].
•
Wissel de draadaanvoerrollen [35] met de rollen
behorend bij de gebruikte draad.
WAARSCHUWING
Voor draden dikker dan 1.6mm, moeten ook
onderstaande onderdelen verwisseld worden:
•
De draadinvoernippel en draaddoorvoernippel
[36] en [37].
•
De geleidebuis in de Euroconnector [38].
•
Plaats en bevestig de beschermkap [34] voor de
draadaanvoerrollen.
•
Plaats de borgmoeren [33].