
2
MONTAGE ACHTER DE TREKKER
- De hefpennen kunnen op twee manieren worden
gemonteerd. Afhankelijk van de wijze van maaien: direct
naast de trekkerbanden, of met een bepaalde afstand
(offset) naar buiten. In combinatie met een frontmaaier
dient de maaier in de offset-positie te worden afgesteld.
Als de trekker Categorie III-hefpunten heeft, dan dienen de
hefpennen naar buiten te worden gemonteerd.
- Kies positie
voor de 240 MC maaier/kneuzer en positie
voor de 280/320 MC maaier/ kneuzer. Het hart van het
zwad komt dan bij de volgende gang onder het hart van de
trekker. Let op dat de trekkerbanden bij de volgende
werkgangen niet over de gemaaide zwaden rijden.
Gebruik altijd positie
wanneer een omlaaglopend talud
wordt gemaaid, zodat zo ver mogelijk van de kant kan
worden gereden.
- Stel de hefarmen van de trekker op gelijke hoogte in.
- Bevestig de hefarmen aan de ophangpennen van de bok.
- Monteer de topstang van de trekker met een categorie II- of
categorie III-kant van de topstangpen aan de machine.
- Het hart van de as van het hoofdscharnier op een hoogte
van 65 cm boven de grond afstellen (fig. 4) door de
hefinrichting van de trekker hoger of lager in te stellen.
- Zet de steunpoot omhoog.
- Zet de hefarmen van de trekker met stabilisatiekettingen of
-stangen vast, zodat de machine geen zijdelingse bewegin-
gen kan maken.
-
Controleer bij de eerste montage of gebruik van een
andere trekker de minimale en maximale overlapping
van de ashelften
(raadpleeg de bij de koppelingsas behorende
instructie).
- De koppelingsas wordt korter (SCHUIFT IN) als de
uitslagbeveiliging uitslaat. De koppelingsas wordt
ongeveer 150 mm korter. Controleer daarbij ook of er
voldoende overlap is wanneer de uitslagbeveiliging in
werking treedt.
- De hydraulische slangen met de blauwe markering
aansluiten op een dubbelwerkend ventiel van de trekker
aansluiten: de slang met de witte markering aansluiten op
een enkelwerkend ventiel (of op de tweede dubbelwerkend
ventiel, indien aanwezig)
- De kraan op de cilinder (transportvergrendeling)
openzetten.
Bevestig de veiligheidsketting van de beschermbuis aan
een vast deel van de trekker
- Controleer of de hefarmen op gelijke hoogte blijven staan
wanneer de maaibalk wordt opgeklapt.
9
3
4
65cm
!