
7.4
Vervangen van maaimessen
De maaimessen hebben een verschillende uitvoering voor
links- en rechtsdraaiende maaischijven. De snijkant dient aan
de voorzijde, gezien in de draairichting van de schijf, naar
beneden te wijzen (fig. 23).
De maaimessen zijn voorzien van twee snijkanten. Wanneer
één kant is versleten, kan het mes worden omgekeerd en de
tweede snijkant worden benut.
• Vervang de messen per schijf gelijktijdig, om onbalans in
de schijf te voorkomen.
• Vervang versleten of beschadigde moeren en mesbouten.
• Gebruik nieuwe, zelfborgende moeren. Draai deze vast met
een aanhaalmoment van 50-60 Nm (5-6 kgm).
7.5
Olie tandwielkast verversen
Ververs de olie van de tandwielkasten bij een nieuwe maaier
(of na montage van een nieuwe tandwielkast) de eerste keer
na ca. 30 werkuren en daarna iedere 250 werkuren.
Ververs de olie vaker wanneer onder zware omstandigheden
wordt gewerkt.
• Vul de tandwielkast A (fig. 24) met 1.7 l transmissie olie
(GX85W140).
• Vul de tandwielkast B (fig. 25) met 0.85 l transmissie olie
(GX85W140).
• Vul het aandrijfelement C (fig. 25) met een zorgvuldig
afgemeten hoeveelheid van 0.45 l transmissie olie
(GX85W140).
Afwijking van de hoeveelheid kan oververhitting en
schade aan het element tot gevolg hebben.
• Verwijder de slijtplaat om de aftap-/vulplug te kunnen
bereiken. Houd de maaibalk iets achterover om de olie te
verwijderen. Kantel de maaibalkvoorover om het
aandrijfelement te vullen.
• Ververs de olie in het aandrijfelement vaker wanner onder
zware omstandigheden wordt gewerkt.
18
23
50-60 Nm
(5-6 kgm)
"S"
24
A : 1.7
l
GX85W140
!
25
B : 0.85
l
GX85W140
C : 0.45
l
GX85W140
50-60 Nm
(5-6 kgm)
"N"