NL
22
Weerstandsmeting
4
Zet de draaischakelaar op ‚
ą
‘ voor de
weerstandsmeting. Verbind vervolgens
de meetcontacten met het meetobject.
De berekende meetwaarde wordt op het
display weergegeven. Indien geen meet-
waarde, maar ‚O.L‘ op het display wordt
weergegeven, werd het meetbereik over-
schreden of de meetkring is niet gesloten
resp. onderbroken. Weerstanden kunnen
alleen separaat correct worden gemeten,
daarom moeten beide onderdelen even-
tueel van de resterende schakeling worden
gescheiden.
Bij weerstandsmetingen dienen de meetpunten vrij
van verontreinigingen, olie, soldeerlak of vergelijkbare
verontreinigingen te zijn omdat anders verkeerde
meetresultaten kunnen optreden.
!
Doorgangstest
5
Zet de draaischakelaar op de positie ‚
ą
‘
en druk twee keer op de toets ‚Mode‘ om
de functie ‚Doorgangstest‘ te activeren.
Verbind vervolgens de meetcontacten met
het meetobject. Als doorgang wordt een
meetwaarde van < 150 Ohm herkend,
hetgeen door middel van een akoestisch
signaal wordt bevestigd. Indien geen
meetwaarde, maar ‚O.L‘ op het display
wordt weergegeven, werd het meet-
bereik overschreden of de meetkring
is niet gesloten resp. onderbroken.
rood
zwart
rood
zwart
Manual_MultiMeter_Pocket_Rev.0610_NL.indd 22
Manual_MultiMeter_Pocket_Rev.0610_NL.indd 22
05.08.2010 14:36:06 Uhr
05.08.2010 14:36:06 Uhr