BeamControl-Master
27
NL
BeamControl-Master
A1
A2
2.
1.
Kalibratie controle voorbereiden
U kan de kalibrering van de laser controleren. Plaats het toestel in het midden tussen
twee muren die minstens 5 meter van mekaar verwijderd zijn. Schakel het toestel in en
bepaal de markeringspunten met behulp van de SensoLite. Gebruik voor de optimale
controle a.u.b. een statief.
1.
Markeer punt
A1
op de wand.(Gebruik de puntmodus)
2.
Draai het toestel 180° om en markeer het punt
A2
. Tussen
A1
en
A2
heeft u nu
een horizontale referentie.
z
x
y
3. Rotatiemodus:
Een laserstraal die 360° draait
met een toerental tot 200 tpm.
Modus activeren
aan de rotatielaser
met SensoCommander
Snelheid veranderen
aan de rotatielaser
met SensoCommander
Modus activeren
aan de rotatielaser
met SensoCommander
4. Handmatige ontvangst-modus:
Optimale ontvangstkwaliteit door constant hoog
toerental (maximale snelheid = 500 tpm).
Aanwijzing voor alle modi:
De rode LED brandt wanneer een einde van
een bereik wordt bereikt (bijv. maximum toerental, grootste scan-hoek etc.).
!
Summary of Contents for BeamControl-Master
Page 2: ...02...
Page 75: ...BeamControl Master 75...