56
6. Inbedrijfstelling
6.1 Installatie bedrijfsklaar maken
Voordat vethoudend afvalwater wordt toegevoerd, moet de
installatie
- volledig worden gereinigd (inclusief toe- en afvoer; vaste
en grove stoffen moeten worden verwijderd), indien nodig
ook worden leeggepompt.
- De gereinigde installatie volledig vullen met koud water tot
de overloop van de installatie.
- De installatie controleren op dichtheid, transport- en mon-
tageschade, en controle van de leidingkoppelingen
6.2 Instructie, oplevering
De inbedrijfstelling en de instructie worden in de regel uitge-
voerd door de klantenservice van de fabriek.
1. De volgende personen dienen aanwezig te zijn bij de ople-
vering:
- de namens de opdrachtgever gerechtigde persoon voor
keuring
- de sanitairinstallateur
Verder adviseren wij de deelname van het/de
- bedieningspersoneel
- energiebedrijf
- exploitant van de installatie
2. Voorbereiding op instructie en oplevering:
- sanitaire installaties moeten uitgevoerd zijn
- de installatie moet bedrijfsklaar met water zijn gevuld
- het afvalverwerkingsbedrijf moet worden ontboden per
de opleveringsdatum.
3. Instructie:
- Informatie m.b.t. de afvalverwerking
- Praktijkdemonstratie van de bedieningsmogelijkheden
- Functiecontrole
- Aanwijzing m.b.t. afvoerintervallen
4. Overdracht van de inbouw- en bedieningshandleiding
5. Na beëindiging van de instructie moet de vetafscheider-
installatie weer in bedrijfsklare staat worden gezet, d.w.z.
de installatie moet volledig gevuld zijn met koud water.
6. Opmaking van het opleveringsprotocol.
6.3 Opleveringsprotocol
(zie bijlage)