
45
2023_001
3
Montage
3.1 Gereedschap voor montage en
afstelling
●
Moersleutels, maat 8, 10, 13 en 15 mm.
●
Inbussleutels, maat 5, 6 en 8 mm.
●
Schroevendraaiers.
●
Smeermiddel.
3.2 Stuur monteren
1
Plaats de remkabels aan de rechterkant van de
voorvork. Breng de kabels in de juiste positie als deze
niet correct zijn gemonteerd.
2
Breng smeermiddel aan op het gat van de voorvork
en de keilbout aan de voet van het stuur.
3
Breng het stuur op de vereiste hoogte aan in het gat
van de voorvork. Zorg ervoor dat het diep genoeg zit
om stabiel te zijn.
4
Zorg dat het stuur recht staat en draai de klemschroef
vast met een inbussleutel van 6 mm (Afbeelding 2).
5
Monteer de bel en de reflector aan de voorzijde, draai
alle schroeven vast; positie 8 en 9 (Afbeelding 1).
3.3 Voorwiel monteren
1
Druk de bovenste delen van de voorrem samen en
maak de remdraad los, zodat de rem loskomt
(Afbeelding 3).
2
Plaats het voorwiel in de voorvork, waarbij de band
in de juiste draairichting wordt geplaatst.
3
Zorg ervoor dat het voorwiel midden tussen de
vorkpoten zit. Draai de moeren om en om vast
(Afbeelding 4).
4
Druk de voorrem samen en monteer de remdraad.
(Afbeelding 5).
5
Monteer het voorspatbord en de fietsstandaard en draai
alle schroeven vast, positie 12 en 18 (Afbeelding 1).
2
Veiligheid
2.1 Veiligheidsdefinities
Waarschuwing!
Het niet naleven van deze instructies
kan leiden tot persoonlijk letsel of overlijden.
Let op!
Het niet naleven van deze instructies kan
leiden tot beschadiging van het product, overige materialen
of aangrenzende gebieden.
Let op!
Informatie die vereist is in een bepaalde situatie.
2.2 Veiligheidsinstructies voor
gebruik
Waarschuwing!
Het niet naleven van deze instructies
kan leiden tot persoonlijk letsel of overlijden.
●
De instructies beschrijven hoe u veilig kunt fietsen en
hoe u het product in een goede conditie houdt. Lees de
instructies aandachtig en volg deze.
●
Het product is een voertuig. Houd u altijd aan de lokale
verkeerswet- en regelgeving.
●
Laat geen passagiers zitten op het product.
●
Draag altijd een fietshelm.
●
Gebruik lampen op het product als het donker is. Draag
indien mogelijk goed zichtbare kleding.
●
De werking van de rem neemt af als het nat is. Fiets
langzamer en begin eerder met remmen dan bij droog
weer.
●
Voer geen aanpassingen uit aan het product.
●
Gebruik het product niet anders dan waarvoor het
bedoeld is.
●
Gebruik het product niet als u moe, ziek of onder invloed
van alcohol, drugs of geneesmiddelen bent. Dit heeft een
negatieve invloed op uw zicht, alertheid, coördinatie en
beoordelingsvermogen.
●
Laat het product niet gebruiken door kinderen of door
iemand die niet bekend is met het product.
●
Gebruik het product niet als het beschadigd is.
●
Plaats niets op de bagagedrager dat de besturing van het
product kan beïnvloeden of verstrikt kan raken in het
achterwiel.
●
Hang niets aan het stuur dat de besturing van de fiets
kan beïnvloeden of verstrikt kan raken in het voorwiel.
●
Probeer geen stunts uit te voeren met het product.
NL
Summary of Contents for 022176
Page 3: ...3 1 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 23 22 21 19 20 2 1...
Page 4: ...1 2 3 4 3 2...
Page 5: ...6 A 7 8 5...
Page 6: ...11 R 9 L 10...
Page 7: ...13 12...
Page 49: ......
Page 50: ......
Page 51: ......