– 4
Het apparaat in de werkpositie bren-
gen, indien nodig met parkeerrem zeke-
ren.
Vergewis u ervan, dat de filtermand vol-
gens de regels aangebracht is.
Kniehefboom van omschakelklep ope-
nen.
Sluitpen van de omschakelklep ophef-
fen.
Omschakelklep op stand "Zui-
gen" draaien.
Sluitpen van de omschakelklep
vergrendelen.
Kniehefboom van omschakelklep span-
nen.
Zuigslang in de zuigslangaansluiting
stoppen.
Gewenste toebehoren op de zuigslang
steken.
Netstekker in het stopcontact steken.
Apparaat inschakelen.
Tijdens het opwarmen van de
thermische sonde voor de vulpeil-
bewaking knippert het controle-
lampje op de elektrische kast. Wacht tot
het controlelampje uit gaan en de zuig-
turbines starten.
Vloeistof, spanen opzuigen.
Instructie:
Als het vloeistofreservoir ge-
vuld is, wordt de zuigturbine uitgeschakeld
en brandt het controlelampje op de elektri-
sche kast permanent. Vooraleer het appa-
raat verder wordt gebruikt, moeten de filter-
mand en het vloeistofreservoir leegge-
maakt worden.
Apparaat uitschakelen.
Sluitingen openen.
Grendelbout aan de scharnier ontgren-
delen.
Open het deksel van het vloeistofreser-
voir volledig.
Borgpen weer laten inklikken.
Filtermand wegnemen en leegmaken.
Filterkorf weer inzetten, borgpen ont-
grendelen en deksel sluiten.
Bevestig de sluitingen en let op een
perfecte positionering van het deksel.
Vloeistofreservoir ledigen.
Inhoud conform de wettelijke bepalin-
gen afvoeren of hergebruiken.
Instructie:
Een gevulde filtermand verlengt
het uitblazen. Om de ledigingsduur te ver-
korten, de filtermand eerst leegmaken.
Apparaat uitschakelen en van het
stroomnet scheiden.
Apparaat naar de afvoerplaats voor de
vloeistof brengen.
Kniehefboom van omschakelklep ope-
nen.
Sluitpen van de omschakelklep ophef-
fen.
Omschakelklep op stand "Legen"
draaien.
Sluitpen van de omschakelklep
vergrendelen.
Kniehefboom van omschakelklep span-
nen.
Netstekker in het stopcontact steken.
Apparaat inschakelen.
Aftapslang naar de afvoerplaats bren-
gen en de afvoerklep voorzichtig ope-
nen.
Nadat het vloeistofreservoir geledigd is,
de klep aan de aftapslang sluiten en het
apparaat uitschakelen.
Inhoud conform de wettelijke bepalin-
gen afvoeren of hergebruiken.
Inbedrijfstelling
Bediening
Filtermand voor vaste stoffen
leegmaken
Vloeistofreservoir leegmaken
37
NL