-
8
몇
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
몇
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Bij alle onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden dient de
hoofdschakelaar te worden uitgeschakeld.
Vervoer
Opslag
Onderhoud
Onderhoudsschema
Tijdstip
Handeling
Betrokken component
Uitvoering
door wie
dagelijks
Handspuitpistool
controleren
Handspuitpistool
Controleer of het handspuitpistool lekvrij afsluit.
Controleer of de beveiliging tegen onbedoeld ge-
bruik goed functioneert. Vervang defecte hand-
spuitpistolen.
Bediener
Controleer hoge-
drukslangen
Uitgangsleidingen, slangen
naar de apparatuur
Inspecteer slangen op beschadiging. Vervang
defecte slangen direct. Kans op ongelukken!
Bediener
Na 40 bedrijfsuren of
wekelijks
Dichtheid instal-
latie inspecteren
gehele installatie
Pomp, overstroomventiel en leidingsysteem op
ondichtheid controleren. Bij verlies van olie of
lekken van meer dan 3 druppels water per mi-
nuut klantendienst hiervan op de hoogte stellen.
Lekgaten vrijhouden.
Bediener/
Klantendienst
Conditie van de
olie controleren
Oliepeilaanduiding aan de
pomp
Als de olie melkachtig is, dient het te worden ver-
vangen.
Bediener
Controleer de
oliestand
Oliepeilaanduiding aan de
pomp
Controleer het oliepeil in de pomp. Indien nodig
olie (bestelnr. 6.288-016) bijvullen.
Bediener
maandelijks of na
200 bedrijfsuren
Pomp controle-
ren
Hogedrukpomp
Pomp controleren op ondichtheid. Klantendienst
contacteren bij meer dan 3 druppels per minuut.
Bediener
Watertekortbe-
veiliging contro-
leren
Vlotterschakelaar in het vlotter-
reservoir
Vlotter van de watertekortbeveiliging ongeveer 5
seconden naar beneden duwen en de foutindica-
tie op de besturingsprintplaat controleren. Indien
nodig afzettingen verwijderen.
Bediener
Vlotterklep con-
troleren
Vlotterhouder
Waterspiegel moet 40 mm onder de overloop lig-
gen. Bij een gesloten vlotterklep mag geen water
aan de overloop ontsnappen.
Bediener
Nalooptijd con-
troleren.
Besturing
Verbruiker (bv. handspuitpistolen) sluiten. Na de
nalooptijd moet de pomp uitschakelen.
Bediener
Automatische in-
schakeling con-
troleren
Druksensor
Pomp staat stil aangezien geen waterafname
plaatsvindt. Handspuitpistool openen. Indien de
druk in het hogedruknet onder het inschakelpunt
daalt, moet de pomp inschakelen.
Bediener
Slangklemmen
vasttrekken
Alle slangklemmen
Slangklemmen met draaimomentsleutel aan-
draaien. Draaimoment tot 28 mm nominale dia-
meter = 2 Nm, vanaf 29 mm = 6 Nm.
Bediener
Halfjaarlijks of na
500 bedrijfsuren
Olieverversing
Hogedrukpomp
Olie aftappen. 1 liter verse olie (bestelnr. 6.288-
061.0) bijvullen. Vulpeil controleren aan de olie-
peilindiactie.
Bediener
elke zes maanden of
na 1000 bedrijfsuren
Apparaat op
kalkbeschadigin-
gen controleren.
Geheel watersysteem
Functionele storingen van ventielen of pompen
kunnen wijzen op verkalking. Eventueel ontkal-
ken.
Voor ontkal-
king inge-
werkte bedie-
ner
Klemmen vast-
draaien
schakelkast
Alle klemmen van de componenten in het hoofd-
stroomcircuit vastdraaien.
Electricien
Vlotterklep con-
troleren
Vlotterhouder
Waterspiegel moet 40 mm onder de overloop lig-
gen. Bij een gesloten vlotterklep mag geen water
aan de overloop ontsnappen.
Klantenser-
vice
jaarlijks
Veiligheidscon-
trole
gehele installatie
Veiligheidscontrole volgens de richtlijnen voor
vloeistofsproeiers.
Deskundige
66
NL