-
3
Het water wordt door een vlotterschakelaar
naar de zuigkant van de pomp gebracht.
Het waterniveau in het vlotterreservoir
wordt constant gehouden door de vlotter-
klep. Bij het falen van de vlotterklep vloeit
het water via de overloop weg. Bij een ge-
stoorde watertoevoer geeft de watertekort-
beveiliging een foutmelding af aan de be-
sturing.
De elektrische motor drijft de krukaspomp
aan. De pomp transporteert het water on-
der hoge druk naar de drukzijde.
Het hogedrukwater komt via het over-
stroomventiel en de druksensor naar de
hogedrukuitgang. Vervolgens volgt het ho-
gedruknet van de exploitant.
Ongebruikt water wordt door het over-
stroomventiel naar de zuigzijde van de
pomp teruggebracht. Indien alle verbrui-
kers uitgezet zijn, schakelt het overstroom-
ventiel op circulatiestroming. Indien de druk
aan de uitgang ondanks het overstroom-
ventiel de maximale bedrijfsdruk over-
schrijdt, gaat de veiligheidsklep open.
– Met de ontgrendelingsknop wordt de
bedrijfsklaarheid van het apparaat tot
stand gebracht. Het controlelampje
'Klaar voor bedrijf' licht op. Indien de
druk in het systeem door het openen
van een handspuitpistool onder het
vastgelegde inschakelpunt daalt, wordt
de hogedrukpomp ingeschakeld.
– Als de debietschakelaar in de hoge-
drukleiding bij een draaiende pomp na
het sluiten van alle handspuitpistolen in
werking treedt, wordt de pomp met een
vertraging van 10 seconden (HDC 20/
8) c.q. 30 seconden (HDC 20/16) op-
nieuw uitgeschakeld.
– Wanneer de installatie bedrijfsklaar is
en de hogedrukpomp niet in bedrijf is,
wordt een timer gestart die de bedrijfs-
klaarheid van de installatie na 6 uren re-
set. Het controlelampje Bedrijfsklaar-
heid gaat uit.
Veiligheidsinrichtingen dienen voor de be-
scherming van de gebruiker en mogen niet
buiten werking gezet of in hun functie om-
zeild worden.
De watertekortbeveiliging voorkomt dat de
hogedrukpomp bij een tekort aan water in-
schakelt.
De temperatuursensor schakelt het appa-
raat uit indien een te hoge temperatuur be-
reikt wordt.
Het spoelbeschermcontact in de motor-
spoel van de pompaandrijving schakelt de
motor uit bij een thermische overbelasting.
– De veiligheidsklep gaat open als de
overstroomklep defect is.
– De veiligheidsklep is in de fabriek inge-
steld en verzegeld. Instelling uitsluitend
door de klantendienst.
– Wanneer het handspuitpistool gesloten
wordt, gaat het overstroomventiel open
en stroomt de volledige waterhoeveel-
heid terug naar de zuigzijde van de
pomp.
– Als het handspuitpistool gesloten
wordt, schakelt de pomp via de debiet-
schakelaar uit na een nalooptijd van 10
seconden (HDC 20/8) c.q. 30 seconden
(HDC 20/16).
Als het handspuitpistool opnieuw geopend
wordt, wordt de pomp via de druksensor
opnieuw in gang gezet.
Watertoevoer
Pompen
Hogedrukzijde
Drukregeling
Besturing
Veiligheidsinrichtingen
Watertekortbeveiliging
vlotterhouder
Temperatuursensor
Spoelbeschermcontact
Veiligheidsklep
Overstroomventiel met
debietschakelaar
Druksensor
61
NL