– 7
Hogedrukslang controleren op bescha-
diging (barstgevaar).
Beschadigde hogedrukslang onmiddel-
lijk vervangen.
Apparaat (pomp) op dichtheid controleren.
3 druppels water per minuut zijn toegelaten
en kunnen ontsnappen aan de onderkant
van het apparaat. Bij sterkere ondichtheid
de klantendienst raadplegen.
Oliepeil controleren. Bij melkachtige
olie (water in de olie) onmiddellijk de
klantendienst contacteren.
Fijn filter reinigen.
Apparaat drukloos maken.
Bevestigingsschroef van de apparaat-
kap losdraaien, apparaatkap verwijde-
ren.
Deksel met filter eraf schroeven.
Filter met schoon water of perslucht rei-
nigen.
In omgekeerde volgorde weer in elkaar
zetten.
Filter aan de reinigingsmiddel-zuig-
slang reinigen.
Laat het onderhoud van het apparaat
uitvoeren door de klantenservice.
Olie vervangen.
Instructie:
Oliehoeveelheid en -soort zie „Technische
gegevens“.
Bevestigingsschroef van de apparaat-
kap losdraaien, apparaatkap verwijde-
ren.
Olieaftapschroef vooraan op de motor-
behuizing losdraaien.
Olie in opvangbak aflaten.
Olieaflaatschroef indraaien.
Nieuwe olie langzaam vullen; luchtbel-
len moeten ontsnappen.
Deksel van het oliereservoir aanbren-
gen.
Apparaatkap bevestigen.
Reinigingsmiddelreservoir leegmaken
en reinigen
Afsluitdeksel voor het reinigingsmiddel-
reservoir met zuigslang eruittrekken.
Apparaat op de achterkant leggen.
Reinigingsmiddelreservoir leegmaken
en reinigen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht star-
tend apparaat en elektrische schok
–
Voor alle werkzaamheden aan het ap-
paraat moet het apparaat uitgeschakeld
en de stekker uitgetrokken worden.
–
Laat elektrische onderdelen enkel con-
troleren en repareren door de geautori-
seerde klantenservice.
–
Raadpleeg bij storingen die in dit hoofd-
stuk niet worden vermeld, in geval van
twijfel en bij een uitdrukkelijke instructie
de geautoriseerde klantenservice.
Aansluitkabel controleren op schade.
Bij een elektrisch defect moet de klan-
tendienst geraadpleegd worden.
Hogedruksproeier monteren.
Sproeier reinigen/vervangen.
Fijn filter reinigen, zo nodig vernieuwen.
Apparaat ontluchten (zie „Inbedrijfstelling“).
Watertoevoerhoeveelheid controleren
(zie Technische gegevens).
Alle toevoerleidingen naar de pomp
controleren.
Indien nodig de klantendienst raadple-
gen.
3 druppels water per minuut zijn toegelaten
en kunnen ontsnappen aan de onderkant
van het apparaat. Bij sterkere ondichtheid
de klantendienst raadplegen.
Bij sterkere ondichtheid het apparaat
door de klantendienst laten controleren.
Wekelijks
Alle 500 bedrijfsuren, minstens
jaarlijks
Olieverversing
Indien nodig
Hulp bij storingen
Apparaat draait niet
Apparaat komt niet op druk
Pomp ondicht
50
NL
Autogoods “130”
130.com.ua