Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Pauzeren werkt.
Raadpleeg "Dagelijks ge‐
bruik".
Water of vetvlekken op het
bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspaneel.
Er klinkt een geluidssig‐
naal en de kookplaat
wordt uitgeschakeld.
Als de kookplaat wordt
uitgeschakeld, klinkt er
een geluidssignaal.
U hebt iets op een of meer
sensorvelden geplaatst.
Verwijder het voorwerp van de
sensorvelden.
De kookplaat wordt uitge‐
schakeld.
U hebt iets op het sensor‐
veld geplaatst .
Verwijder het voorwerp van
het sensorveld.
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
De zone is niet heet omdat
deze slechts kortstondig is
gebruikt, of de sensor is be‐
schadigd.
Als de zone voldoende lang
gebruikt is om heet te zijn,
neemt u contact op met een
erkende servicedienst.
U kunt de buitenste ring
niet inschakelen.
Schakel eerst de binnenste
ring in door de kookstand te
wijzigen.
Er is een donker
deel op de meervoudige
zone.
Het is normaal dat er een
donkere zone op de meer‐
voudige zone is.
De sensorvelden worden
heet.
De pan is te groot of u
plaatst deze te dicht bij de
bedieningsknoppen.
Plaats grotere pannen indien
mogelijk op de achterste kook‐
zones.
Er klinkt geen geluidsig‐
naal wanneer u de tiptoet‐
sen van het bedienings‐
paneel aanraakt.
De signalen zijn uit.
Schakel de geluiden in. Raad‐
pleeg "Dagelijks gebruik".
gaat aan.
Kinderbeveiligingsinrichting
of Blokkering werkt.
Raadpleeg "Dagelijks ge‐
bruik".
15