40
5.0 Dagelijks gebruik
5.1 Handmatige stand
Fig. 7
1.
Auto
Manuell
On
Off
+
A
B
C
D
MAN
On
40%
43°
Druk op
«Auto/Manuell» (Fig. 7 A)
om de handmatige stand
te selecteren.
2. Druk
op
«On/Off» (Fig. 7 B)
om de ventilator in te schakelen.
3.
Stel de snelheid in met behulp van
«+»
en
«-» (Fig. 7 C en D)
.
5.2 Automatische stand
Fig. 8
1.
Auto
Manuell
On
Off
+
A
B
C
D
AUTO+
On
40%
43°
Druk op
«Auto/Manuell» (Fig. 8 A)
om de automatische
stand te selecteren.
2. Druk
op
«On/Off» (Fig. 8 B)
om de eenheid voor te bereiden
op automatische bediening.
3. Druk
op
«+» (Fig. 8 C)
om de automatische bediening in te
schakelen. Het display geeft
«AUTO+»
weer.
4.
Deze bedieningstand kan te allen tijde worden opgeheven
door te drukken op
«-» (Fig. 8 D)
.
Fig. 5
1.
A
C
B
RVerwijder het zijpaneel indien nodig
(Fig. 8 A)
.
2.
Leid de stroomkabel
(Fig. 8 B)
door het gat in de basis
(Fig. 8 C)
.
3.
Plaats het zijpaneel terug.
Fig. 6
1.
Auto
Manuell
On
Off
+
B
A
Leid de netwerkkabel
(Fig. 6 A)
door het gat in de basis.
2.
Monteer de bedieningseenheid
(Fig. 6 B)
op een handige
plek.
NEDERLANDS