36
NL
RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN
1. De sleutel staat in
de stand «DRAAIEN»
en het dashboard
brandt niet
2. De sleutel staat in
de stand «START», het
lampje knippert en de
startmotor draait niet
3. De sleutel staat in
de stand «START», het
dashboard brandt maar
de startmotor draait
niet
4. De sleutel staat in
de «DRAAIEN» stand,
de startmotor draait
maar de motor slaat
niet aan
5. Een moeilijke start
of een onregelmatige
werking van de motor
6. Tijdens het maaien
is er een krachtverlies
van de motor
7. De motor stopt
tijdens het werk
De bescherming van de elektronische kaart
is in werking getreden doordat:
– de accu niet goed is aangesloten
– de polen van de accu zijn omgewisseld
– de accu is leeg of is gesulfateerd
– de zekering is doorgebrand
– de kaart nat is
– er geen toestemming tot starten
is gegeven
– de accu niet goed is opgeladen
– storing van het startrelais
– de accu niet goed is opgeladen
– te weinig benzineaanvoer
– er een defect in de ontsteking
is opgetreden
– er brandstofproblemen zijn
– de rijsnelheid te hoog is ten opzicht van
de snijhoogte (
5.4.5)
De bescherming van de elektronische kaart
is in werking getreden doordat:
– de accu chemisch wel actief, maar niet
opgeladen is
Zet de sleutel in de stand «STOP» en zoek
de oorzaak:
– controleer de aansluitingen (
3.4)
– controleer de aansluitingen (
3.4)
– laad de accu opnieuw op (
6.2.4)
– vervang de zekering (10 A) (
6.4.4)
– drogen met lauw/warme lucht
– controleer of de toelatingsvoorwaarden
worden gerespecteerd (
5.2.a)
– laad de accu opnieuw op (
6.2.4)
– contacteer uw Verkoper
– laad de accu opnieuw op (
6.2.4)
– controleer het niveau in de benzinetank
(
5.3.3)
– draai de benzinekraan open
(
indien voorzien) (
5.4.1)
– controleer de benzinefilter
– controleer of de bougiekap juist beves-
tigd is
– controleer of de elektroden niet vuil zijn
en of hun onderlinge afstand juist is
– reinig of vervang luchtfilter
– leeg de benzinetank en vul met nieuwe
benzine
– controleer en vervang eventueel
de benzinefilters
– neem in snelheid af en/of zet
het maaidek in een hogere stand
Zet de sleutel in de stand «STOP» en zoek
de oorzaak:
– laad de accu opnieuw op (
6.2.4)
8. RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN
PROBLEMEN
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING