![john deer lr135f Operator'S Manual Download Page 138](http://html.mh-extra.com/html/john-deer/lr135f/lr135f_operators-manual_2021629138.webp)
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
16
NL
5.1 VEILIGHEIDSADVIEZEN
Gebruik de machine alléén voor het doel waarvoor zij gemaakt is (het
maaien en opvangen van gras).
Eender welk ander gebruik wordt als "oneigenlijk gebruik" beschouwd en brengt verval van,
zowel de garantie, als de aansprakelijkheid van de fabrikant teweeg waardoor de gebruiker
zelf verantwoordelijk is voor schade of letsel die hijzelf of anderen oplopen.
De volgende situaties behoren tot het oneigenlijk gebruik (bijvoorbeeld, maar niet uitslui-
tend):
– andere personen, kinderen of dieren op de machine of op een oplegger vervoeren;
– ladingen trekken of duwen zonder het gebruik van het daarvoor bestemde toebehoren
voor het slepen;
– gebruik van de machine op onstabiele, gladde, bevroren, stenige of oneffen terreinen, in
geval van plassen of moerassen die niet toestaan de consistentie van het terrein in te
schatten.
– gebruik van de machine voor het verzamelen van bladeren of afval;
– de messen aanschakelen op zones zonder gras.
Kom niet aan de veiligheidsmechanismen en verwijder deze nooit.
DENK ERAAN DAT DE GEBRUIKER ALTIJD AANSPRAKELIJK IS VOOR SCHADE DIE AAN
ANDEREN BEROKKEND WORDT. Alvorens de machine te gebruiken:
– lees de algemene veiligheidsvoorschriften (
1.2), en besteed speciale aandacht aan het
rijden en het maaien op hellende terreinen;
– lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig door, raak vertrouwd met de bediening en leer
hoe de messen en de motor snel tot stilstand gebracht kunnen worden.
– breng handen en voeten niet in de nabijheid van, of onder ronddraaiende delen en blijf
altijd uit de buurt van de uitwerpopening.
Gebruik de machine niet met een slechte lichamelijke conditie, of onder invloed van medicij-
nen of middelen die de reflexen en de aandacht kunnen verminderen.
Het valt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de risico’s die het terrein waar
hij op moet werken met zich kan brengen te beoordelen en om alle nodige voorzorgsmaatre-
gelen te treffen, met het oog op zijn eigen veiligheid en die van anderen, met name op hellin-
gen, hobbelige, gladde of instabiele terreinen.
De machine niet in hoog gras laten staan met een draaiende motor, teneinde geen risico op
brand te veroorzaken.
Deze machine mag niet gebruikt worden op hellingen met een hellings-
percentage van meer dan 10° (17%) (
5.5). Als er verwacht wordt de machine voornamelijk
op hellende terreinen (max. 10%) te gebruiken dan is het verstandig tegengewichten (op
aanvraag leverbaar (
9.1) onder het dwarsprofiel van de voorwielen te monteren, waardoor
de stabiliteit aan de voorkant verhoogd wordt en de mogelijkheid dat de machine gaat stei-
geren zich beperkt.
Alle verwijzingen met betrekking tot de bedieningsposities worden weergege-
ven in hoofdstuk 4.
BELANGRIJK
LET OP!
GEVAAR!
GEVAAR!
5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN