NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
33/72
LED VICTORY SCAN / SPINNER
Electrische installatie van 2 of meerdere toestellen in DMX-master/slave:
In deze modus voerend de toestellen een synchrone show uit op het ritme van de muziek, maar u kunt nog
steeds bepaalde functies controleren op de master via 1 of 4 DMX kanalen.
Om een goede werking te verzekeren moet u de optionele “Mini DMX-SPLITTER” gebruiken om de
master/slave lijn te isoleren van de hoofd DMX lijn.
Verbind 2 tot maximum 16 toestellen met elkaar door middel van symmetrische microfoonkabels van
goede kwaliteit. Het eerste toestel in de keten zal werken als master, de andere toestellen zullen
automatisch reageren als slaven.
Stel de master in op kanaalmodus 1MSL of 4MSL (zie vorig hoofdstuk). Zie op onderstaande DMX-chart
het verschil tussen beide DMX modi.
Voor de DMX controller worden de master en zijn slaves nu aanzien als 1 enkel virtueel effect met eigen
start adres zodat het geheel kan gecontroleerd worden als om het even welk ander DMX toestel in de
keten. Zie “DMX Address” in het hoofdstuk “Main Menu” om te leren hoe u het adres moet instellen.
Weet zeker dat alle units op het lichtnet zijn aangesloten.
Stel de DMX controller in volgens de DMX-chart hieronder.
Klaar!
Opmerking:
opdat het geheel perfect op de muziek zou werken moet u controleren of de optie “Sound
Mode” op de master ingesteld staat op “On” (zie vorig hoofdstuk)
DMX-Chart voor modus 1MSL en 4MSL
1 MSL
4 MSL
NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
34/72
LED VICTORY SCAN / SPINNER
DMX AANSLUITINGEN
Het DMX-protocol is een breed gebruikt hogesnelheidssignaal om lichtuitrustingen te bedienen. U moet
uw DMX bediening en alle units met een gebalanceerde kabel van goede kwaliteit doorverbinden.
Zowel de XLR-3pin als XLR-5pin connector worden gebruikt, echter de XLR-3pin is populaider want
deze kabels zijn compatible met gebalanceerde audio kabels.
Pin layout XLR-3pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+)
Pin layout XLR-5pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+) ~ Pin 4+5
niet in gebruik.
Om vreemd gedrag van de lichteffecten, veroorzaakt door storing, te voorkomen, moet u een
afsluitweerstand van 90
Ω
tot 120
Ω
aan het eind van de keten gebruiken. Gebruik nooit een Y-splitkabel,
dit zal eenvoudig niet werken!
Weet zeker dat alle units op het lichtnet zijn aangesloten.
Elk lichteffect in de keten heeft een eigen DMX startadres nodig zodat het weet
welke commando’s van de bediening het moet ontcijferen. In de volgende sectie
zal u leren hoe het DMX adres in te stellen.
HOE HET CORRECTE STARTADRES INSTELLEN:
In vorig hoofdstuk wordt beschreven hoe u het adres op dit toestel moet instellen (DMX-512 adres instellen).
Het startadres van elk toestel is zeer belangrijk. Het is echter onmogelijk u mede te delen welk start adres u
zou moeten gebruiken omdat dit volledig afhangt van de controller die u gaat gebruiken Gelieve hiervoor de
handleiding van uw DMX-controller te raadplegen.
DMX-Chart voor modus 8CH
Dit is de i-Solution compatibele DMX modus. Wanneer u niet over een iSolution controller beschikt gebruikt u
best de standaar modus met 7 DMX kanalen. De DMX waarden zijn identiek aan deze van de 7 kanaals
modus, alleen de volgorde is verschillend:
-
CH1:
PAN
-
CH2:
TILT / BARREL ROTATIE
-
CH3:
STROBE
-
CH4:
GOBO
-
CH5:
KLEUR
-
CH6:
wordt niet gebruikt
-
CH7:
DIMMER
-
CH8:
SPECIALE FUNCTIES
Summary of Contents for LED Spinner
Page 1: ......