NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
25/58
LASER BURST III
Bedek geen ventilatieopeningen, anders zou dit oververhitting tot gevolg kunnen hebben.
De gebruiker moet er zich van verzekeren dat de installaties met betrekking tot de veiligheid en de
technische mechaniek door een expert zijn goedgekeurd alvorens ze voor de eerste keer te gebruiken. Elk
jaar moeten de installaties worden gekeurd door een vakman om te controleren of de veiligheid nog steeds
perfect is.
GEVAAR VOOR OOGLETSELS:
bij de installatie er altijd voor zorgen dat het
publiek nooit rechtstreeks in de laserstralen kan kijken. Bij de installatie moet men
ervoor zorgen dat de laserstralen niet rechtstreeks op het publiek gericht worden.
OPSTELLEN EN BEDIENEN
U kunt dit toestel op 5 manieren gebruiken:
1) MUZIEKGESTUURD:
De laser overloopt de voorgeprogrammeerde sequentie op het ritme van de muziek. Selecteer deze
werkmodus wanneer u slechts 1 laser gebruikt (autonoom) of wanneer de laser het eerste toestel is
(master) in de keten van meerdere Laserburst III lasers.
Druk op de FUNC toets tot ArA, SrA, SLP, FAP, SoP, SLL, FAL, SoL, SLd, FAd of Sod op de display
verschijnt
Gebruik nu de UP en DOWN toetsen en maak uw keuze uit de volgende selecties:
o
SrA
(Afwisselende muziekgestuurde effecten)
o
SoP
(Muziekgestuurde bewegende motief effecten)
o
SoL
(Muziekgestuurde bewegende lijn effecten)
o
Sod
(Muziekgestuurde bewegende punt effecten)
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
Zet wat muziek op en regel de gevoeligheid met de MUSIC SENSITIVITY knop (10) tot de laser mooi op
het ritme van de muziek werkt.
U kunt meerder Laserburst III lasers met elkaar linken: zet het eerste toestel in de keten in een van de
muziekgestuurde werkmodi en alle andere toestellen in “Slave mode” (“
SLA
” op de display) zodat ze
allemaal synchroon werken!
Opmerking:
wanneer er geen muziek gedetecteerd wordt zal de laser uit gaan (blackout).
2) AUTONOOM:
De laser overloopt automatisch de voorgeprogrammeerde sequentie. Selecteer deze werkmodus wanneer
u slechts 1 laser gebruikt (autonoom) of wanneer de laser het eerste toestel is (master) in de keten van
meerdere Laserburst III lasers.
Druk op de FUNC toets tot ArA, SrA, SLP, FAP, SoP, SLL, FAL, SoL, SLd, FAd of Sod op de display
verschijnt
Gebruik nu de UP en DOWN toetsen en maak uw keuze uit de volgende selecties:
o
ArA
(afwisselende automatische effecten)
o
SLP
(Traag bewegende motief effecten)
o
FAP
(Snel bewegende motief effecten)
o
SLL
(Traag bewegende lijn effecten)
o
FAL
(Snel bewegende lijn effecten)
o
SLD
(Traag bewegende punt effecten)
o
FAD
(Snel bewegende punt effecten)
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
U kunt meerder Laserburst III lasers met elkaar linken: zet het eerste toestel in de keten in een van de
automatische werkmodi en alle andere toestellen in “Slave mode” (“SLA” op de display) zodat ze allemaal
synchroon werken!
3) SLAVE MODE (ESCLAVE):
De laser zal de instructies volgen welke door de eerste Laserburst III laser (master) in de keten gegeven
worden.
Verbind de DMX ingang van de laser met de DMX uitgang van de vorige laser in de keten.
Druk op de FUNC toets tot “SLA” op de display verschijnt
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
26/58
LASER BURST III
U kunt meerder Laserburst III lasers met elkaar linken: zet het eerste toestel in de keten in “Music mode”
en alle andere toestellen in “Slave mode” (“SLA” op de display) zodat ze allemaal synchroon werken!
4) EASY CONTROLLER MODUS:
U kunt een in optie verkrijgbare CA-8 controller aansluiten zodat u de laser van op
afstand kunt controleren. Wanneer meerdere Laserburst III lasers in master/slave met
elkaar verbonden zijn, dan moet u de CA-8 controller aansluiten op het eerste toestel in
de keten. Alle toestellen zullen nu de instructies van de CA-8 controller volgen.
Verbind de CA-8 controller met de controller ingang (8) aan de achterkant van de
laser.
Druk op de FUNC toets tot “CA8” op de display verschijnt
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
Dit zijn de functies die u met de CA-8 controller kunt oproepen:
STANDBY toets:
wordt gebruikt om de laser in black-out (no output) te zetten. De
standby LED is aan tijdens black-out.
FUNCTION toets:
wordt gebruikt om de kleur te kiezen (origineel
groen
rood
groen + rood
origineel)
MODE toets:
wordt gebruikt om van de ene werkmodus naar de andere over te schakelen:
MODE LED knippert 1x:
Trage automatische werkmodus. (SLP)
MODE LED knippert 2x:
Snelle automatische werkmodus (FAP)
MODE LED knippert 3x:
automatische werkmodus op het ritme van de muziek (SrA)
MODE LED knippert 4x:
afwisselende automatische werkmodus (ArA)
5) DMX BEDIENDE MODUS:
De laser kan via om het even welke standaard DMX controller bestuurd worden in 2 verschillende DMX
modi:
1 KANAALS MODUS:
voor een zeer eenvoudige opstelling en gebruik! (“1Ch” op de display)
11 KANAALS MODUS:
voor een volledige controle over alle mogelijkheden van het toestel.
(“11Ch” op de display)
Verbind de DMX ingang van de laser met de DMX uitgang van het vorige toestel in de keten, of verbind
deze onmiddellijk met de DMX uitgang van uw controller.
Druk op de FUNC toets tot “1Ch” of “11Ch”op de display verschijnt
Druk op de UP/DOWN om de gewenste DMX modus te kiezen. (1Ch of 11Ch)
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
Druk op de FUNC toets tot een driedelig nummer op de display verschijnt
Selecteer het gewenste DMX-adres (van 001 tot 505)
Druk op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen.
Opmerking:
de display knippert wanneer het toestel in DMX modus staat en er geen DMX signaal
gedetecteerd wordt.