4
1. ALGEMENE RICHTLIJNEN
–
Controleer alle componenten op zichtbare beschadigingen .
–
Hanteer het toestel met zorg om de bekleding en de interne mechanische en elektrische compo-
nenten niet te beschadigen .
–
Het toestel moet ten allen tijde bereikbaar zijn voor inspectie, onderhoud en herstellingen .
–
Plaats geen voorwerpen op het toestel .
–
Steek geen voorwerpen in de toevoer- en retourluchtopeningen .
Toestel identificatie :
Het serienummer is voorzien aan de rechterkant van het toestel (aan de linkerkant als de
aansluitingen zich aan de rechterkant van het toestel bevinden) .
Operationele limieten :
Installatie die niet voldoet aan de opgegeven operationele limieten ontslaat jaga nv van aansprake-
lijkheid van kwijting met betrekking tot schade aan voorwerpen en personen.
–
Max. Watertemperatuur : 90°c
–
Maximale druk warmtewisselaar: 20 bar.
–
Ingebouwde voeding: 100-240V AC
–
Stuurspanning : max. 10V DC
Gebruik :
–
Het toestel is ontworpen voor verwarmings- en koelingstoepassingen binnenshuis; elk ander
gebruik is ten strengste verboden. Het is verboden om het toestel in een explosiegevaarlijke
omgeving te installeren.
–
De omgeving moet droog en stofvrij zijn, met een temperatuur tussen 5°c en 70°c en relatieve
vochtigheid <90%. (norm IEC EN 60335-2-40).
–
Het toestel is niet bedoeld voor industriële toepassingen .
–
Het is verboden voor kinderen of niet-begeleide gehandicapten om het toestel te gebruiken .
Onderhoud :
–
Alle reparaties en onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door professioneel gekwalifi-
ceerd personeel .
–
Koppel het toestel los van het stroomnetwerk door de hoofdschakelaar uit te schakelen
vooraleer u reinigings- en onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Wacht tot de onderdelen
afgekoeld zijn om het risico op brandwonden te vermijden .
–
Maak het rooster en de binnenkant van de bak regelmatig (afhankelijk van het gebruik en de func-
tie van de kamer) schoon met een stofzuiger .
–
Gebruik geen producten op basis van oplosmiddelen en detergenten .
–
Elke 6 maanden: controle warmtewisselaar, roosters en systeem ontluchten .
Ontmanteling :
Wanneer het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moet het worden losgekoppeld van
de elektrische aansluiting op het elektriciteitsnet .
–
Als er bevriezingsgevaar bestaat, dient een geschikte hoeveelheid antivriesvloeistof aan het
systeem worden toegevoegd. Antivriesvloeistof kan de prestaties van het toestel beïnvloeden!
Besteed aandacht aan de veiligheidsinstructies op de verpakking van de antivriesvloeistof .
Verpakking :
–
Verwijder het verpakkingsmateriaal en breng het naar de juiste inzamelpunten of