4 ONDERHOUD
24
4.20 ACHTERUITDRAAIEN VAN KOOIEN __________________________________________
Controleer de kooimessen en het ondermes om te bepalen
of de snijranden door achteruitdraaien of slijpen dienen te
worden hersteld.
Als de slijtage of beschadiging te ernstig is om de snijranden
door leppen te herstellen, moeten ze opnieuw worden
geslepen.
Achteruitdraaien (leppen):
1. Laat de kooien op de grond neer, ontkoppel alle
aandrijvingen, trek de parkeerrem aan en zet de motor
stil.
2. Los borgmoer
(D)
op de klepsteel.
3. Start de motor en zet de smoorklep in de stand
'"vrijloop".
4. Open de motorkap en plaats de terugslagschakelaar
(B)
in de stand ON (AAN).
De haspels beginnen
direct rond te draaien
.
5. Zowel de voorste als achterste kooien bevatten een
verstelbare klep
(C)
om hun snelheid te regelen. De
voorste klep bestuurt de drie kooien aan de voorkant
en de achterste klep de twee kooien achteraan. Draai
de kleppen linksom voor vermindering van de
kooisnelheid.
6. Nadat de gewenste snelheid is ingesteld, moet u de
terugslagschakelaar
(B)
naar de stand OFF (UIT)
draaien en de motor uitzetten. Draai de moer
(D)
aan
om de afstelling op de juiste plaats vast te zetten.
Start
de motor en zet de terugslagschakelaar in de stand
ON (AAN) om de vrijloop te starten.
7. Breng lappasta met een langstelige borstel op over de
volle lengte van het kooimes.
8. Nadat de messen gelijkmatig zijn aangescherpt, moet
de overgebleven pasta er grondig worden afgewassen.
9. Herhaal dezelfde procedure bij alle andere kooien.
10. Na het leppen dient de terugslagschakelaar
(B)
in de
stand OFF (UIT).
BELANGRIJK: De snelheidsregelkleppen beperken
uitsluitend de achterwaartse snelheid.
Zodra de
gewenste achteruitdraaisnelheid is ingesteld, kunnen de
kleppen in deze positie blijven voor normaal maaien. Als de
volle achterwaartse snelheid is vereist, bijvoorbeeld tijdens
bediening van verticale maaiers, kan de klep geheel worden
gesloten (rechtsom draaien).
Afb. 4E
Afb. 4F
WAARSCHUWING
Om ernstig letsel te voorkomen moeten handen, voeten
en kleding op veilige afstand van draaiende kooien
worden gehouden.
Koolmonoxide in de uitlaatgassen kan bij inademing
dodelijk zijn. Bedien de motor nooit zonder afdoende
ventilatie.
!
B
LF021
C
D
LF022
ILLUSTRATIE VAN ACHTERSTE
KOOIKLEP
,
HERHALEN BIJ
VOORSTE KLEP
Summary of Contents for 67962
Page 31: ...NOTES 7 31 7 NOTES...
Page 33: ......
Page 64: ......
Page 80: ...48...
Page 81: ...49 Change from previous revision...
Page 154: ......
Page 155: ......