28
SPECIFIEKE WAARSCHUWINGEN VOOR SLIJPMACHINES
•
De opening van de beschermkap moet van de
operateur af zijn gericht. De onderkant van de schijf
mag niet onder de beschermkap uitsteken.
•
Het Type TA90 Haakse Slijpmachines heeft een
onbelast toerental van 9 000 rpm; Het Type TA120
Haakse Slijpmachines heeft een onbelast toerental van
12 000 rpm; De Typen TA180 Slijpmachines met
Haakse Kop hebben een onbelast toerental van 18 000
rpm en de Typen TXA135 Slijpmachines met Haakse
Kop hebben een onbelast toerental van 13 500 rpm
wanneer zij werken bij een luchtdruk van 90 psig
(6.2 bar/620 kPa). Het laten werken bij een hogere
druk zal resulteren in een te hoog toerental.
•
U moet te allen tijde een spantang–afmeting gebruiken
die overeenkomt met de afmeting van de schacht.
•
De schacht van het gereedschap moet te allen tijde
tenminste 10 mm in de spantang worden ingevoerd.
Draai de Moer voor de Spantang goed vast om te
voorkomen dat het hulpstuk zich niet naar buiten
werkt wanneer de Slijpmachine wordt gebruikt.
Voordat de Slijpmachine in gebruik wordt genomen
eerst nagaan of de Moer voor de Spantang goed is
aangedraaid. Speciale aandacht moet worden besteed
aan het feit dat het toegestane toerental van een
slijpstift minder wordt wanneer de lengte van de
schacht tussen het eind van de spantang en de slijpstift
(overhang) toeneemt.
WAARSCHUWING:
Onjuiste combinaties van slifpsteen, wielbescherming en gereedschapsnelheid kunnen verwondingen
veroorzaken. Juiste combinaties zijn hieronder gespecificeerd:
Bescherming
Stuknummer
Wieltype
Wieldiameter
mm (in.)
Maximale Wieldikte
in. (mm)
Maximale Snelheid
(tpm)
AG121–106–4
27
4 (100)
1/4 (6,4)
15.000
AG121–106–3
27
3 (76)
1/4 (6,4)
26.250
INGEBRUIKNEMING VAN HET GEREEDSCHAP
DE SMERING
Ingersoll–Rand Nr. 10
Ingersoll–Rand Nr. 67
Ingersoll–Rand Nr. 50
Ingersoll–Rand Nr. 68
Ingersoll–Rand Nr. 63
Ingersoll–Rand Nr. 77
Men moet bij deze gereedschappen steeds een in–lijn
aangesloten drukluchtsmeerinrichting gebruiken. Wij bevelen
u de volgende Filter–Smeerinrichting–Regeleenheid aan:
Voor Internationaal – Nr. C18–C3–FKG0
Na elke twee bedrijfsuren, wanneer er geen in–lijn
olienevelaar wordt gebruikt, 1/2 tot 1 cc Ingersoll–Rand
Nr. 10 Olie in de Luchtinlaat spuiten.
Na elke acht bedrijfsuren, ongeveer 3 cc (voor TX typen) en
2 cc (voor TXA typen) Ingersoll–Rand Nr. 67 Vet of
Ingersoll–Rand Nr. 77 Vet in de Smeernippel voor de Haakse
Kop spuiten. Te veel smering zal vet afzetting op het werk
rond de As veroorzaken.
OPPASSEN
U mag geen enkel niet–metaal oppervlak van dit
gereedschap merken met een identificatiecode van de
klant. Dit kan de prestatie van het gereedschap
beinvloeden.
HOOFDLEIDINGEN
3 MAAL AFMETING
VAN INLAAT
VOOR DRUKLUCHT–
GEREEDSCHAP
NAAR
LUCHTSYSTEEM
NAAR
DRUKLUCHT–
GEREED–
SCHAP
SMEERINRICHTING
REGELAAR
FILTER
AFTAKKENDE
LEIDING
2 MAAL AFMETING
VAN INLAAT VOOR
DRUKLUCHT–
GEREEDSCHAP
REGELMATIG
AFTAPPEN
COMPRESSOR
(Tekening TPD905–1)