IMS MIG CARPRO 230V
NL
53
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
DELAY MODUS (FIG IV)
Gebruik voor het kettinglassen de draaiknop (3). Dankzij deze functie kunnen zeer dunne staal- of aluminiumplaten gelast
worden. Het risico van het doorboren en vervormen van de platen (vooral van de aluminium platen) wordt zo sterk beperkt.
ADVIES EN THERMISCHE BEVEILIGING
- Respecteer de standaard lasregels.
- Laat de ventilatieopening vrij zodat de lucht gemakkelijk kan circuleren.
- Laat na het lassen het toestel aan staan om het af te laten koelen.
- Thermische beveiliging: het controlelampje gaat aan, het afkoelen duurt enkele minuten, en is afhankelijk van de
omgevingstemperatuur (fig V-6).
SYMPTOMEN
MOGELIJKE OORZAKEN
OPLOSSINGEN
De draadaanvoer is niet constant.
Spatten verstoppen de opening.
Vervang de contactbuis of maak deze
schoon, en breng daarna anti-hechtmiddel
aan. Art. code : 041806
De draad wordt niet goed door de rollen meege-
nomen.
- Controleer de druk op de rollen of vervang ze.
- Diameter van de draad is niet passend
voor de rol.
- De mantel van de draadaanvoer is niet
conform.
De motor van het draadaanvoer-
systeem werkt niet.
De rem van de spoel of van de rollen zit te strak.
Stel de rem en de rollen losser af.
Probleem met de stroomvoorziening
Controleer of de aan/uit schakelaar op "aan"
staat.
Slechte draadaanvoer.
De mantel die de draad leidt is vies of beschadigd. Reinigen of vervangen.
De rem van de draadspoel is te strak afgesteld.
Stel de rem losser af.
Geen lasstroom.
Stopcontact en/of stekker zijn niet correct aanges-
loten.
Kijk naar de aansluiting van de stekker en
controleer of deze drie-fasen gevoed wordt.
Slechte aarding.
Controleer de massa kabel (aansluiting en
staat van de klem).
Vermogensschakelaar werkt niet.
Controleer de trekker van de toorts.
Controleer de vermogensschakelaar.
De draad blokkeert na de rollen.
De mantel die de draad leidt is geplet.
Controleer de mantel en de toorts.
De draad blokkeert in de toorts.
Vervangen of schoonmaken.
Geen capillaire buis (staal).
Controleer de aanwezigheid van de capil-
laire buis.
De schroef waarmee de aandrijfrollen kunnen
worden afgesteld is te strak aangedraaid.
Controleer de afstelling van de rollen : 3
voor staaldraad of koperdraad en 2 voor
aluminiumdraad.
De snelheid van de draadaanvoer is te hoog.
Verlaag de aanvoersnelheid van de draad.
De lasrups is poreus.
De gastoevoer is te laag.
Regelbereik tussen 15 en 20 L/min.
Reinigen van het basismetaal.
Gasfles is leeg.
Vervangen.
De kwaliteit van het gas is onvoldoende.
Vervangen.
Luchtstroom of invloed wind.
Voorkom tocht, scherm het lasgebied goed af.
Gasbuis is vies.
Maak de gasbuis schoon of vervang deze.
Slechte draadkwaliteit.
Gebruik een lasdraad dat geschikt is voor
MIG-MAG lassen.
Het te lassen oppervlak is van slechte kwaliteit
(roest, enz....)
Maak voor het lassen het werkstuk schoon.
Zeer grote vonkdelen.
Lage of hoge boogspanning.
Lasinstellingen controleren.
Slechte aarding.
Controleer en plaats de aardklem zo dicht
mogelijk bij de las-zone.
Beschermgas is onvoldoende.
Gastoevoer aanpassen.
Geen gas aan de uitgang van de
toorts.
Slechte gasaansluiting.
Controleer of de gasaansluiting aan de
kant van de motor correct is. Controleer de
manometer en de magneetventielen