38
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN.
N.B.:
vooraleer het werk aan te vatten, moet
de installateur deze handleiding aandachtig
lezen en erop toezien dat hij alle instructies erin
begrijpt en naleeft.
• De solarcentrale mag enkel door speciaal opge-
leid personeel worden gemonteerd, geactiveerd
en onderhouden. Tijdens de professionele
vorming mag het personeel het product enkel
verhandelen onder toezicht van een ervaren
installateur. Mits naleving van bovenvermelde
bepalingen zal de fabrikant de verantwoordeli-
jkheid voor de apparatuur op zich nemen zoals
voorzien door de wettelijke specificaties.
• Leef alle instructies na zoals vermeld in deze
handleiding wanneer men op de centrale aan
het werk is. Iedere andere toepassing is niet
conform met de normbepalingen. De fabri-
kant acht zich niet verantwoordelijk in geval
van onbekwaam gebruik van de centrale. Om
veiligheidsredenen zijn wijzigingen en veran-
deringen niet toegestaan. Hert onderhoud van
de solarcentrale mag enkel worden uitgevoerd
door centra voor assistentie die door de fabri-
kant zijn erkend.
• De werking van de centrale varieert op basis
van het model en de apparatuur. Deze instruc-
tiehandleiding maakt deel uit van het product
en moet erbij worden meegeleverd.
TOEPASSING.
De solarcentrale werd ontwikkeld voor ver-
warmingssystemen op zonne-energie. De
temperatuur van het water in het reservoir
wordt gestuurd door het verschil “dt” tussen
zonnecollector en reservoir.
De centrale wordt standaard gebruikt samen met
een eenheid voor hydraulische besturing die een
circulatiepomp en een veiligheidsklep omvat.
De centrales werden ontworpen om in droge
omgevingen te worden gebruikt, vb. woonzones,
ruimtes bestemd voor kantoren en industriële
structuren.
Voor het gebruik moet men controleren of de
installatie beantwoordt aan de bepalingen van de
geldende normen, teneinde een geschikt gebruik
ervan te verzekeren.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES.
N.B.: Vooraleer het werk aan te vatten moet
men de elektrische voeding loskoppelen!
• Alle werkzaamheden voor installatie en beka-
beling met betrekking tot de centrale, mogen
enkel worden uitgevoerd wanneer deze cen-
trale van het elektrische net is losgekoppeld.
Het toestel mag enkel door gekwalificeerd
personeel worden aangesloten en in werking
gesteld. Zorg ervoor dat men zich aan de gel-
dende veiligheidsnormen houdt.
• De centrales mogen geen waterspatten krijgen
of in vloeistoffen worden ondergedompeld. Ze
moeten op een droge plaats worden gemonte-
erd.
• De aansluitingen van de sensoren nooit
omwisselen met die van 230V! Anders kun-
nen er zich elektrische risico's voordien die
levensgevaarlijk zijn of e integriteit van het
toestel, de sensoren en andere apparaten die
erop aangesloten zijn in gevaar brengen.