keren op de toets SET tot op het display de
melding
verschijnt. Het apparaat
schakelt daarna terug naar normaal bedrijf.
3) Stel de gevoeligheid zo in dat een optimaal
volumeniveau van de microfoon wordt be-
reikt. Bij een te hoog geluidsvolume vervormt
het microfoonsignaal; stel in dat geval met
de toets
(9) een lagere waarde in. Een te
laag geluidsvolume resulteert in een slechte
signaal-ruisverhouding; stel dan met de toets
(10) een hogere waarde in.
4) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken. Op het display verschijnt even de
melding
, de instelmodus wordt verla-
ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf.
5.3 Het apparaat vergrendelen /
ontgrendelen
Bij een vergrendeld apparaat is het niet moge-
lijk om
a het apparaat uit te schakelen; wordt bij een
vergrendeld apparaat de POWER-schake-
laar (4) in de stand OFF geplaatst, dan ver-
schijnt de melding
op het display.
b de instelmodus voor frequentie en gevoelig-
heid op te roepen.
5.3.1 De vergrendelingsfunctie activeren
1) Roep eerst de frequentie-instelmodus op:
Houd de toets SET (8) 2 seconden ingedrukt.
2) Zodra op het display de melding MHZ knip-
pert, drukt u even op de toets SET om naar
de gevoeligheidsmodus te wisselen.
3) Zodra het display de gevoeligheid aanduidt,
drukt u even op de toets SET om naar de
vergrendelingsmodus te wisselen: Op het
display knippert de melding
(ver-
grendeling uitgeschakeld).
4) Druk op de toets
(10): Op het display knip-
pert
.
5) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken. Op het display verschijnt even de
melding
, de instelmodus wordt verla-
ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf.
5.3.2 De vergrendelingsfunctie uitschakelen
1) De POWER-schakelaar (4) moet op ON
staan.
2) Houd de toets SET (8) 3 seconden ingedrukt
tot de melding
op het display knippert.
3) Druk op de toets
(9): Op het display knip-
pert de melding
.
4) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken. Op het display verschijnt even de
melding
, de instelmodus wordt verla-
ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf.
6 Reserve-microfoonkapsels
Volgende reservermicrofoonkapsels uit het as-
sortiment van “img Stage Line” zijn verkrijgbaar:
Model MD-870 (bestelnr. 23.3430)
origineel microfoonkapsel van de TXS-870HT
Model MD-872 (bestelnr. 23.3440)
condensator-microfoonkapsel met supernie-
ren-richtingskarakteristiek en uitgebreid fre-
quentiebereik (50 – 18 000 Hz)
7 Technische gegevens
Goedkeuringsnummer:
Apparaattype: . . . . . . . dynamische hand-
microfoon met PLL-
multifrequentiezender
Richtingskarakteristiek: hypernieren
Radiofrequentiebereik: 790 – 814 MHz
Audiofrequentiebereik:
50 – 16 000 Hz
Frequentiestabiliteit: . . ±0,005 %
Zendvermogen: . . . . . . 10 mW (EIRP)
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . 0 – 40 °C
Voedingsspanning: . . . twee mignon-batterij-
en van 1,5 V (R6, AA)
Afmetingen: . . . . . . . . . Ø 50 mm x 260 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . . 350 g
Wijzigingen voorbehouden.
0197
!
18
NL
B
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet beschermde eigendom van MONACOR
®
INTERNATIONAL GmbH
& Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.