diameter van ten minste 2 × 0,22 mm
2
en een zo
gering mogelijke capaciteit zijn alleen bij een totale
kabellengte tot 100 m aan te bevelen. Bij kabel-
lengten vanaf 150 m is het aanbevolen om een
DMX-ophaalversterker tussen te schakelen (b.v.
SR-103DMX van „img Stage Line).
1) Verbind de DMX-ingang (7) met de DMX-uit-
gang van de lichtregelaar.
2) Verbind de DMX-uitgang (9) met de DMX-in gang
van het volgende lichteffectenapparaat. Verbind
de uitgang hiervan opnieuw met de ingang van
het nageschakelde apparaat etc., tot alle DMX-
ge stuurde apparaten in een kring zijn aangesloten.
3) Om storingen bij signaaloverdracht uit te sluiten,
moet u bij lange leidingen of bij een veelvoud
van aaneengesloten apparaten de DMX-uitgang
van het laatste DMX-apparaat in de ketting afslui-
ten met een weerstand van 120 Ω (> 0,3 W):
steek een geschikte afsluitstekker (b.v. DLT-123
van “img Stage Line”) in de uitgangsbus.
7.2 Het startadres instellen
Om het apparaat met een lichtregelaar te kunnen
bedienen, moet het DMX-startadres voor het eer-
ste DMX-kanaal van het lichteffectenapparaat wor-
den ingesteld. De volgende DMX-kanalen zijn dan
automatisch aan de volgende adressen toegewe-
zen. (Zo zijn b.v. bij startadres 5 de kanalen 2 tot 6
toegewezen aan de adressen 6 tot 10, adres 11
zou dan het volgende mogelijke vrije startadres zijn
voor het volgende DMX-gestuurde apparaat.)
Druk enkele keren op de toets MODE (1) tot op het
display (3) het laatst ingestelde adres, b.v.
,
wordt weergegeven. Stel dan met de toets UP of
DOWN (4) het adres in.
Na het instellen van het startadres kunt u het
lichteffectapparaat via het DMX-besturingsappa-
raat bedienen. De ontvangst van besturingssigna-
len wordt weergegeven door een knipperend punt
op het display.
22
B
NL
DMX-kanaal
DMX-waarde
Functie
Kanaal 1: Motorregeling
0 – 100
Rotatiehoek
101 – 255
automatische rotatie langzaam
→
snel
Kanaal 2: De bedrijfsmodus
0 – 35
Modus 1: Dimmer
36 – 70
Modus 2: Stroboscoop
71 – 105
Modus 3: “Shadow” (alle 3 kleuren samen
in- en uitmengen)
106 – 120
1
121 – 140
2
Modus 4: Kleurwisseling
141 – 175
Modus 5: Kleurwisseling
2
en stroboscoop
176 – 210
Modus 6: “Glide” (de drie kleuren na elkaar
in- en uitmengen)
211 – 255
Modus 7: “Glide” en stroboscoop
Kanaal 3: Snelheid
voor de bedrijfsmodi 2 – 7
0 – 255
langzaam
→
snel
Kanaal 4: Helderheid rood
voor de bedrijfsmodi 1 en 2
0 – 255
0 %
→
100 %
Kanaal 5: Helderheid groen
voor de bedrijfsmodi 1 en 2
0 – 255
0 %
→
100 %
Kanaal 6: Helderheid blauw
voor de bedrijfsmodi 1 en 2
0 – 255
0 %
→
100 %
1
kleursequentie: rood
→
groen
→
blauw
2
kleursequentie: rood
→
groen
→
blauw
→
rood + blauw
→
rood + groen
→
groen + blauw
→
rood + groen + blauw
DMX-kanalen