54
55
Draaginstructies en afstelling:
Voor elke laars: Haal de leren enkelriem uit de gesp aan de buitenzijde van de laars door de leren riem van de kuit vandaan en van de pin op de gesp
af te trekken en trek de stelriem vervolgens richting de neus van de laars onder de uitsteeksels op de gesp vandaan. Zorg dat de veters los genoeg
zitten zodat het mogelijk is om de tong naar voren te halen en de voet in de laars te schuiven. Trek de laars aan. Schuif uw voet helemaal in de laars.
Controleer of de laars goed past. De laars dient dicht om uw voet te zitten, maar mag niet knellen. De voet moet ongeveer even lang zijn als de laars
en mag niet veel korter of langer zijn dan de laars. Trek de veters strak door aan de losse einden te trekken tot en bind de losse einden vervolgens
aan elkaar vast. De pasvorm van de laars kan worden aangepast door de veters strakker of losser vast te binden. Knoop de veters altijd goed vast
na aanpassing. Zet de stelriem weer in de gesp op de laars vast door de stelriem in de gesp te steken en de stelriem tegelijkertijd naar achteren te
trekken. Zorg er hierbij voor dat de stelriem goed onder beide uitsteeksels op de gesp zit. Druk de riem vervolgens op de betreffende pin vast en
controleer of de pin helemaal door een gaatje in de stelriem steekt. De pasvorm kan worden aangepast door de hierboven beschreven procedure
voor het losmaken en vastzetten van de stelriemen uit te voeren en een ander gaatje in de stelriemen te gebruiken. Controleer of de broek en sokken
niet vastzitten in de rits Controleer of de losse uiteinden van de veters zijn vastgelegd onder de stelriem zodat ze niet kunnen blijven hangen achter
de voetsteun, hendel of andere onderdelen van de motor. Controleer of het dragen van deze laarzen u niet beperkt bij het bedienen van de motor.
Het beschermschoeisel verschaft maximale bescherming en veiligheid als dit comfortabel zit en de bewegingsvrijheid en de bediening van de motor
in de normale rijpositie niet belemmert. Als u dit type beschermschoeisel niet kunt aanpassen tot het een goede pasvorm voor u heeft, probeert u een
ander type CE-gecertificeerd beschermschoeisel.
VEILIGHEIDSINSPECTIES EN SLIJTAGE
Voor elk gebruik:
Controleer of de zool in goede staat verkeert en stevig aan de laars vastzit. Controleer of de voering niet gescheurd of kapot is. Controleer of het leer
aan de buitenzijde van de laars en de stelriemen geen scheuren of barsten vertonen. Controleer of de veters, gespen en stelriemen niet kapot zijn, of er
geen vuil in zit en of deze onbelemmerd en goed kunnen worden vastgezet. Onjuist bevestigd beschermschoeisel biedt gebruikers geen bescherming.
Als het beschermschoeisel of onderdelen daarvan slijtage vertonen, dient u deze onmiddellijk te vervangen.
In geval van botsing of ongeval:
In het geval van een botsing wordt wellicht afbreuk gedaan aan de belangrijkste functies van het beschermende schoeisel en biedt dit mogelijk niet
meer de bescherming die wordt beschreven in het gedeelte Gebruiksbeperkingen hierboven en de gedeelten Prestaties en Beschermingsbeperkingen
verderop. Het is mogelijk dat de schade niet met het blote oog te zien is. U dient de laarzen na botsing of ongeval altijd te vervangen. U kunt nieuwe
Truant-laarzen aanschaffen bij alle Icon®-verkooppunten.
De 2-jaarregel:
Over het algemeen geldt dat lichte persoonlijke beschermingsmiddelen zoals Truant-laarzen minstens om de twee jaar moeten worden vervangen, ook
als deze geen zichtbare schade vertonen. Er kan sprake zijn van schade en deze is mogelijk niet vast te stellen met een eenvoudige visuele controle.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Positie en pasvorm van het pbm:
Persoonlijke beschermingsmiddelen bieden alleen optimale bescherming als deze op de te beschermen lichaamsdelen worden geplaatst en als deze
de desbetreffende lichaamsdelen op effectieve wijze bedekken. Als de beschermende kenmerken al deel uitmaken van het pbm, moet dit de juiste
maat hebben, anders bevindt het pbm zich niet in de juiste positie. In alle gevallen wordt de juiste uitrusting geleverd om ervoor te zorgen dat dit
pbm stevig op het lichaam aansluit.
Schoeisel:
De pasvorm van beschermschoeisel is uiterst belangrijk. De pasvorm van verschillende modellen beschermschoeisel kan mede door verschillen
in ontwerp en constructie variëren. Gebruik alleen beschermschoeisel dat goed past. Beschermschoeisel dat niet goed past, dient niet te worden
gebruikt. Zorg ervoor dat het beschermschoeisel goed aansluit, maar niet te strak zit. Controleer of u uw hiel niet te ver kunt optillen. Controleer of
u voldoende teenruimte hebt.
PRESTATIES
Truant-laarzen hebben EG-typeonderzoek ondergaan om naleving van Richtlijn 89/686/EEG te garanderen. Om naleving van Richtlijn 89/686/EEG te
garanderen, zijn de laarzen bovendien onderzocht en getest conform de technische norm EN 13634:2010, met
uitzondering van sectie 4.2.1 “Height
of upper” (Hoogte van schacht). In plaats daarvan zijn ze getest conform het protocol “Low boot height requirement” rev 1 van 11 mei 2012, dat is
ontwikkeld met goedkeuring van de Italiaanse autoriteiten en is voorgesteld als toekomstig amendement op EN 13634:2010.
De Europese norm EN 13634:2010 omvat twee prestatieniveaus betreffende de geboden bescherming. De risico- en gevarengraad waarmee een
motorrijder te maken krijgt, is nauw verbonden aan het rijgedrag en de kenmerken van het ongeval. Bij norm EN 13634:2010 wordt prestatieniveau 1
als het minimumniveau beschouwd dat nodig is voor het schoeisel om goede bescherming bij ongevallen te bieden. Daarnaast zorgt dit niveau ervoor
dat schoeisel optimaal comfort biedt voor alle soorten rijgedrag. Als motorrijders van mening zijn dat hun rijgedrag of sport hen aan een verhoogd
ongevallenrisico blootstelt, biedt niveau 2 verhoogde prestaties. Het is echter waarschijnlijk dat dit aanvullende beschermingsniveau extra gewicht en
minder comfort met zich meebrengt en dus niet voor alle motorrijders geschikt is.