ONDERHOUD
Onderhoud
(uitsluitend voor uitvoering met thermische motor)
Thermische motor: raadpleeg het
motoronderhoudsboekje.
Oliepeil
Controleer dagelijks het oliepeil. In het
onderhoudsboekje voor de motor staat vermeld met
welke frequentie olie en oliefilter vervangen dienen te
worden.
Gebruik :
•
Motorolie SAE 10W30 type API MS, SD, SE of hoger
voor benzinemotoren.
•
API CD of CE voor dieselmotoren.
Afvoer van olie vindt plaats
volgens de geldende wettelijke
voorschriften.
Ververs de motorolie met behulp van een uitlooptrechter.
LUCHTFILTER:
•
In het onderhoudsboekje van de motor staat de
frequentie van onderhoudsbeurten aangegeven. In
een extreem stoffige omgeving dient het filter soms
wel 2 à 3 maal per dag gereinigd te worden.
•
Vervang onmiddellijk beschadigde filters of
afdichtingen.
Onderhoud algemeen
(alle uitvoeringen)
•
Reinig de machine na gebruik.
•
Leeg regelmatig de bak met slib om te voorkomen
dat de waterpomp verstopt raakt of voortijdig slijt.
•
Reinig
de
wateropvangbak.
•
Reinig regelmatig het loopvlak van de geleiderollen
van de zaagkop of de tafel.
•
Smeer regelmatig de geleiderollen (J) [FIG.5] en de
aslagers met lagervet.
[FIG.5]
Bewaar de onderhoudsproducten op
een veilige plaats, buiten bereik van
kinderen.
Verwijder gereedschappen en
sleutels.
Bewaar de diamantschijf op een
veilige plaats zodat deze niet kan
beschadigen.
Drijfriemspanning
Na enige tijd kan het nodig zijn de drijfriem aan te
spannen:
•
Draai de 4 schroeven (K) van de motor los [FIG. 6],
•
Draai de spanschroef een kwartslag (L); deze schroef
trekt de motor naar achteren,
•
Bij normale spanning, draai de 4 schroeven (K) vast.
[FIG.6]
Span de drijfriem nooit meer aan dan
de originele spanning.
Belangrijke adviezen
•
Draai regelmatig, en vooral na de eerste
gebruiksuren, de bouten aan.
•
Controleer de spanning van de drijfriem en span
deze zo nodig licht aan.
•
Verwijder het zaagblad en berg deze op een veilige
plaats wanneer de tafelzaag niet gebruikt wordt.
•
Zorg dat er voortdurend water wordt verspreid en
controleer regelmatig de sproei-inrichting.
•
Controleer de juiste bevestiging van het zaagblad.
•
Steunoppervlakken van het zaagblad (flensen, as)
moeten schoon zijn.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als gevolg van
oneigenlijk gebruik, iedere
aangebrachte wijziging of
aanpassing, alsmede mechanisch
gebruik niet in overeenstemming met
het door de fabrikant vastgestelde
gebruiksdoel.
10 - Nederlands
J
K
L