Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het product start niet
De veiligheidscontactsleutel is niet ingestoken.
Plaats de veiligheidscontactsleutel.
Het product bevat geen brandstof meer.
Vul de brandstoftank met nieuwe,
schone benzine.
De AAN/UIT-sleutel is UIT.
Zet de AAN/UIT-sleutel in de stand
AAN.
De choke is staat in de stand UIT (DICHT).
Zet de choke in de stand AAN (FULL,
OPEN).
Het balgje is niet ingedrukt.
Druk op het balgje.
De motor is 'verzopen'.
Wacht enkele minuten alvorens op-
nieuw te starten, injecteer NIET.
Start de motor opnieuw terwijl het
gaspedaal volledig is ingetrapt en de
choke UIT (DICHT) is.
De bougiekabel is niet aangesloten.
Sluit de kabel aan op de bougie.
De bougie is defect.
Vervang de bougie.
Er zit water in de brandstof of de brandstof is te
oud.
Leeg de brandstoftank en de carbur-
ateur. Vul de brandstoftank met
nieuwe, schone benzine.
Er zit damp in de brandstofleiding.
Zorg dat de hele brandstofleiding on-
der de uitgang van de brandstoftank
loopt. De brandstofleiding moet
ononderbroken omlaag lopen van de
brandstoftank naar de carburateur.
Andere oorzaken.
Inspecteer de startprocedures in
deze handleiding zorgvuldig.
De brandstofschakelaar (indien aanwezig) staat
in de stand DICHT (UIT).
Zet de motorschakelaar in de stand
OPEN (AAN).
De gashendel staat in de stand STOP.
Zet de gashendel in de snelle stand.
673 - 003 - 08.01.2020
159