Gebruik van de brandstofschakelaar
• Draai de brandstofschakelaar om de brandstofklep
te openen of te sluiten. Bedien het product met de
brandstofschakelaar in de stand OPEN.
OFF
ON
FUEL
CONTROL
INSTRUCTIONS
De choke gebruiken
• Draai de choke (A) om de chokeklep te openen of te
sluiten. Gebruik de choke om een koude motor te
starten.
CHOKE
C
O
NTR
OL
TRUC
TIONS
A
De glijplaten afstellen
Er is geen afstelling nodig voor de normale installatie.
1. Als de borgmoer (B) loszit of de glijplaat (A) niet
hoog genoeg van de grond is, maakt u de borgmoer
(B) los met een steeksleutel van 13 mm en
verplaatst u de glijplaat omhoog of omlaag.
2. Op vlakke oppervlakken, zoals asfaltwegen, zet u de
glijplaten (A) 5-6 mm van de grond. Op
ongelijkmatige oppervlakken, zoals grindwegen,
maakt u de speling tussen de grond en het product
groter met de glijplaten om de schraapbalk boven de
bovenkant van het grind te krijgen. Zorg ervoor dat
geen grind en stenen het product binnendringen. Dit
kan lichamelijk letsel veroorzaken als objecten op
hoge snelheid worden uitgeworpen.
3. Draai de borgmoer (B) vast.
B
A
Vastlopen na gebruik voorkomen
Let op: Bedieningselementen en bewegende onderdelen
kunnen vastlopen door ijs. Oefen niet veel kracht uit op
de bedieningselementen. Als u een bedieningselement
of onderdeel niet kunt bedienen, start u de motor en laat
u deze enkele minuten draaien.
1. Start de motor en laat deze enkele minuten draaien.
Stop de motor en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand zijn gekomen.
2. Verwijder sneeuw en los ijs van het product.
3. Verwijder sneeuw en los ijs van de onderkant van de
trechter.
4. Draai de uitworptrechter naar links en naar rechts
om ijs en water te verwijderen.
5. Verwijder de sleutel of zet de schakelaar in de stand
'OFF' (indien aanwezig).
6. Als het product geen elektrische starter heeft, trekt u
enkele keren aan de starthendel van het startkoord
om ijs en water te verwijderen.
7. Als het product een elektrische starter heeft, sluit u
het product aan op de voeding en drukt u één keer
op de startknop om ijs en water te verwijderen.
Een goed resultaat verkrijgen
• Laat de motor altijd draaien met volgas of bijna
volgas.
• Pas de snelheid van het product altijd aan de
sneeuwsituatie aan en pas de snelheid aan met de
besturingshendel voor de rijsnelheid. Zorg ervoor dat
het product gelijkmatig sneeuw ruimt.
• Het is eenvoudiger en efficiënter om sneeuw direct
na het vallen te ruimen.
• Werk zo mogelijk altijd van de wind af.
• Op vlakke oppervlakken, zoals asfaltwegen, zet u de
glijplaten 5-6 mm (0,2-0,25") van de grond.
• De schraapbalk is omkeerbaar. Wanneer deze bijna
tot de rand van de behuizing is versleten, draait u
deze om. Vervang de schraapbalk als deze
beschadigd is, of als beide zijden versleten zijn.
• Maak de uitworptrechter niet los als deze verstopt is.
673 - 003 - 08.01.2020
151