ONDERHOUD
Dutch
–
97
Starter monteren
•
Monteer de starter door eerst het starterkoord volledig
uit te trekken en daarna de starter op het carter te
plaatsen. Laat het starterkoord langzaam los zodat de
starthaken in het wiel grijpen.
•
Draai de bouten vast.
Brandstofsysteem
Algemeen
•
Controleer of het tankdeksel en de afdichting
onbeschadigd zijn.
•
Controleer de brandstofleiding. Vervang de kap
wanneer hij beschadigd is.
Brandstoffilter
•
Het brandstoffilter zit in de brandstoftank.
•
De brandstoftank moet worden beschermd tegen vuil
bij het tanken. Dit vermindert het risico van storingen
die worden veroorzaakt door het verstoppen van het
brandstoffilter dat in de tank zit.
•
Het brandstoffilter kan niet worden schoongemaakt
maar moet worden vervangen door een nieuw filter
wanneer het verstopt is.
Het filter moet ten minste
een keer per jaar worden vervangen.
Luchtfilter
Het luchtfilter hoeft enkel te worden gecontroleerd
wanneer het vermogen van de motor afneemt.
•
Draai de schroeven los. Verwijder het luchtfilterdeksel.
•
Controleer het luchtfilter en vervang indien nodig.
Vervangen van luchtfilter
•
Maak de bout los.
•
Vervang het luchtfilter.
Aandrijfwiel, koppeling
•
Controleer het koppelingscentrum, het aandrijfwiel en
de koppelingsveer op slijtage.
LET OP! Het luchtfilter mag niet worden gereinigd of
doorgeblazen met perslucht. Hierdoor zal het filter
worden beschadigd.