human care FL180, User Manual

Page: 72 / 107

72
www.humancaregroup.com
Onderhoud, controle en test
NL
Wij raden aan om de tillift en bijhorende
accessoires, slings enz. op regelmatige basis
zorgvuldig te inspecteren en te testen.
o
Service moet één keer per jaar worden
uitgevoerd.
De controle en test moeten uitgevoerd worden
volgens de onderstaande aanbevelingen en
procedures.
Levensduur tillift: 10 jaar. (indien gebruikt en
onderhouden volgens de aanbevelingen.)
Levensduur accu: 4 jaar.
CONTROLELIJST
1. JUK: Controleer of het juk vrij kan draaien en
zwaaien. Controleer het centrale draaipunt
op slijtage. Controleer de bevestiging aan de
hefarm.
2. HEFARM: Controleer of de hefarm goed aan
de hefzuil vastzit. Controleer of er slechts
een minimale zijdelingse beweging van de
hefarm is en of de hefarm vrij kan roteren
rond de bevestiging.
3. HEFZUIL: Controleer de werking van de
hefzuilvergrendeling. Zorg of de hefzuil
helemaal in de houder zit. Controleer de
bevestiging van de onderste actuator.
4. ACTUATOR: De actuator heeft geen ander
onderhoud nodig als controle op juist
functioneren en luisteren naar ongewoon
geluid.
5. POWERPACK: Controleer de werking van de
noodstop en noodbediening op en neer.
6. ACCU: De accu zit in een powerpack en
heeft geen ander onderhoud nodig dan
regelmatig opladen zoals in de uitgebreide
oplaadinstructies staat. Controleer of de
aansluitingen schoon zijn.
7. INSTELLEN ONDERSTEL: Controleer of het
onderstel functioneert naar beide uiterste
standen (binnen en buiten).
8. ZWENKWIELEN: Controleer of alle
zwenkwielen goed aan het onderstel
vastzitten. Controleer of de zwenkwielen vrij
kunnen zwenken en draaien.
9. SCHOONMAKEN: Maak schoon met gewoon
water en zeep en/of een desinfectiemiddel
voor harde oppervlakken. Agressieve
chemische reinigers of schuurmiddelen
moeten vermeden worden omdat deze
de afwerkingslaag van de lift kunnen
beschadigen. Zorg dat de elektrische delen
niet nat worden.
10. BELADINGSTEST: De beladingstest
moet uitgevoerd worden volgens de
testprocedure van de fabrikant.
11. BASIS EN WIELEN: Zorg dat de ondergrond
vlak en egaal is (alle vier de wielen staan op
de grond).
12. SLINGS: Controleer op slijtage en rafels.
13. SMERING: Olie de draaipunten, de hefzuil-
en hefarmverbindingen, de pedaalunit en
het draaipunt van het juk (alleen indien
nodig).