VDP900HZ2
V. 01
–
05/04/2013
11
©Velleman nv
7.2
Gebruik met de afstandsbediening
Door het gebruik van de afstandsbediening, kan het toestel werken:
in tijdsgestuurde modus: de nevel wordt in voorgeprogrammeerde tijdsintervallen geproduceerd. U kunt de
duur van de neveluitstoot, de tijdsduur tussen de neveluitstoten, en het uitstootvolume instellen.
in continue modus: de nevel wordt constant geproduceerd.
in manuele modus: de nevel wordt manueel geproduceerd bij het indrukken van de knop <MANUAL>.
Tijdgestuurde modus
1.
Gebruik <DURATION> om de duur van de neveluitstoot in te stellen (1-15 seconden).
2.
Gebruik <INTERVAL> om de tijd tussen twee neveluitstoten in te stellen (0,5 - 60 minuten).
3.
Gebruik <OUTPUT> om de nevelhoeveelheid in te stellen.
4.
Druk op <TIMER ON/OFF> om de tijdsgestuurde modus te starten. De led boven de knop licht op. Om de
tijdsgestuurde modus te stoppen, druk nogmaals op <TIMER ON/OFF>.
Continue modus
1.
Gebruik <OUTPUT> om de nevelhoeveelheid in te stellen.
2.
Druk op <CONTINUOUS> om de continue modus te starten. De led boven de knop licht op. Om de continue
modus te stoppen, druk nogmaals op <CONTINUOUS>.
Manuele modus
1.
Gebruik <OUTPUT> om de nevelhoeveelheid in te stellen.
2.
Houd <MANUAL> ingedrukt. Het toestel begint nevel te produceren.
3.
Laat <MANUAL> los om te stoppen.
7.3
In DMX-gestuurde modus
In DMX-gestuurde modus kunt u het toestel aansturen via een universele DMX-controller.
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de
signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel luistert naar het signaal van
de DMX controller. U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel
een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen luisteren naar hetzelfde kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Wanneer u de
instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
In het geval van de 1-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1) moeten
instellen, van het tweede toestel op 2 (CH2), van het derde op 3 (CH3), enz. De hoogste startwaarde
is 512.
Om het toestel te gebruiken met een DMX-controller:
1.
Gebruik <UP> en <DOWN>
[13]
om het DMX-adres in te stellen (A001-A512).
2.
Gebruik DMX-kanaal 1 om de nevelhoeveelheid in te stellen.
Opmerking:
Wanneer u het toestel gebruikt met een DMX-controller, zal de afstandsbediening
[1]
niet
functioneren.
8.
Reiniging en onderhoud
Reiniging
Reinig de machine elke 1 à 2 maanden. Gebruik een mengsel van 80 % gedistilleerd water en 20% witte azijn.
1.
Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint. Laat het toestel
afkoelen.
2.
Verwijder alle resterende nevelvloeistof uit het reservoir.
3.
Vul het reservoir met het mengsel van gedistilleerd water/azijn.
4.
Plaats het toestel in een goed geventileerde ruimte en schakel het in. Gebruik het toestel tot het reservoir
bijna leeg is.
5.
Verwijder de resterende reinigingsvloeistof uit het reservoir.
6.
Vul het reservoir met nieuwe nevelvloeistof.
7.
Laat het toestel gedurende een paar minuten werken om zeker te zijn dat alle resterende reinigingsvloeistof
verdwenen is.
