33
91U1TB10A9907
NEDERLANDS
voor de afvoer van de ijsdispenser en de
condensor moeten apart blijven van de afvoer van
de bak. De afvoer van de vergaarbak moet
voldoende ontlucht zijn om voor een afdoende
stroom te zorgen tijdens de oogstcyclus
(zie Afb. 3).
•
Gebruik geen aansluitingen van het soldeertype
aangezien de vrijkomende warmte schade tot
gevolg kan hebben aan de interne aansluitingen
in de ijsdispenser/bak.
NB:
Bij watergekoelde modellen wordt een 3/8
inch FPT geleverd voor de afvoer van de
condensor.
•
Voor een goede doorstroming moeten de
horizontale delen van de afvoerleidingen een
afloop hebben van 2 cm. per 30 cm.
•
De afvoerleidingen mogen niet direct op de
riolering worden aangesloten. Er moet verticaal
een tussenruimte van minimaal 5 cm. zijn tussen
het eind van de afvoerpijp van de ijsdispenser of
de opslagbak en de afvoer in de vloer
(zie Afb. 3).
•
Deze ijsdispenser moet in overeenstemming met
de nationale, provinciale en locale voorschriften
worden geïnstalleerd.
•
In sommige gebieden moet het koelwatercircuit
beveiligd zijn tegen terugstromen.
draad moet worden aangesloten op de klem die
is gemerkt met de letter L, of roodgekleurd is.
Een gegoten stekker die van het snoer is
afgesneden, moet worden weggegooid en mag
niet opnieuw worden gebruikt. Het elders
aanbrengen van een dergelijke stekker in een
stopcontact houdt een ernstig risico van
elektrische schok in.
6.
6.
6.
6.
6.
AANSLUITINGEN VOOR
AANSLUITINGEN VOOR
AANSLUITINGEN VOOR
AANSLUITINGEN VOOR
AANSLUITINGEN VOOR
WATERTOEVOER EN -AFVOER - Zie Afb. 2
WATERTOEVOER EN -AFVOER - Zie Afb. 2
WATERTOEVOER EN -AFVOER - Zie Afb. 2
WATERTOEVOER EN -AFVOER - Zie Afb. 2
WATERTOEVOER EN -AFVOER - Zie Afb. 2
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Om schade aan de pompinrichting te
voorkomen, mag de ijsdispenser niet worden
gebruikt als de waterleiding is afgesloten of als
de druk minder is dan 0,7 bar. Stel de
ijsdispenser pas in werking als de juiste
waterdruk is bereikt.
•
Er mag uitsluitend drinkwater voor deze
ijsdispenser worden gebruikt.
•
De aansluiting op de waterleiding moet door een
bevoegde beroepspersoon worden gedaan.
•
De fitting van de watertoevoer is 1/2"FPT.
N.B. Bij watergekoelde modellen zijn er twee
toevoerleidingen voor het water. De een is
voor de ijsdispenser en de ander is voor de
watergekoelde condensor. Het aansluiten
van drinkwater voor de condensor heeft geen
invloed op de werking maar kan onnodig veel
gebruik en verlies veroorzaken.
•
Er moeten een afsluitklep en een afvoerklep in de
waterleiding worden geïnstalleerd. Voor de
afsluitklep is een kogelklep aanbevolen. Als er
geen kogelklep wordt gebruikt, mag de opening
daarvan niet kleiner zijn dan de binnendiameter
van de waterleiding, aangezien dit een
verminderde waterstroom kan veroorzaken,
hetgeen kan leiden tot problemen bij ontdooien
en vriezen. Voor de waterleiding wordt een
koperen buis met een minimum buitendiameter
van 13 mm. aanbevolen.
•
De druk van de waterleiding moet minimaal 0,7
bar en maximaal 8 bar zijn. Als de druk hoger is
dan 8 bar, moet er een druk-verminderende klep
worden gebruikt. Draai NIET de kraan een beetje
dicht.
•
De afvoer van de opslagbak van de ijsdispenser
heeft een 3/4 inch binnendraad. De afvoer voor
het condensaat is een pijp met een
binnendiameter van 10mm. De aansluitingen