NL-19
NL
HALFGELAATS-FILTERMASKER: AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK
Lees de gebruikershandleiding voordat u het
product gebruikt.
TOEPASSINGEN
Halfmaskers met deeltjesfilters van klasse
FFP1, FFP2 of FFP3 tegen vaste en vloeibare
aerosolen in concentraties tot beschermings-
factor x WEL (Workplace Exposure Limit [bloot-
stellingsgrens op de werkplek]):4 x WEL: klasse
FFP1 (lage toxiciteit),12 [10 in VK, FIN, D, I, SE] x
WEL: klasse FFP2 (gemiddelde toxiciteit),50[20
in FIN, SE, VK & 30 D, I] x WEL: klasse FFP3
(hoge toxiciteit). Gemarkeerd met «D» voor het
doorstaan van de test voor verstopping door
dolomietstof. Gemarkeerd met «NR» (eenmalig
gebruik) of «R» (herbruikbaar) conform de
gewijzigde norm EN 149:2001 +A1:2009.
DRAGEN EN VERSTELLEN
1
Volg deze instructies elke keer dat u het
ademhalingstoestel draagt.
1
Houd het ademhalingstoestel in de hand,
zodat de hoofdbanden vrij kunnen hangen.
1
Houd het ademhalingstoestel onder de kin met
het neusstuk naar buiten gericht. Plaats de
onderste hoofdband om de nek onder de oren.
1
Houd het ademhalingstoestel met één hand
tegen het gezicht en plaats de bovenste
hoofdband boven de oren om de kruin van
het hoofd.
1
Plaats uw handen aan elke kant van het
ademhalingstoestel en beweeg het iets
naar rechts, links, omhoog en omlaag om
de positie van het ademhalingstoestel en
het neusstuk aan te passen voor de meest
optimale pasvorm op het gezicht.
CONTROLEER DE GELAATSAFDICHTING
VAN DE PASVORM ALS VOLGT
1
Plaats beide handen over het ademhalings-
toestel - zorg het ademhalingstoestel in
dezelfde positie blijft.
1
Adem scherp in (er moet een negatieve druk
in het ademhalingstoestel worden gevoeld).
1
Adem scherp uit (er moet een positieve druk
in het ademhalingstoestel worden gevoeld).
1
Indien u luchtlekken detecteert, stel dan de
hoofdbanden en/of het neusstuk opnieuw af.
WAARSCHUWING: Indien de pasvorm niet toerei-
kend is, betreedt de verontreinigde omgeving dan
NIET. Raadpleeg uw leidinggevende.
GEBRUIKSAANWIJZING
1
Het niet opvolgen van alle instructies en
beperkingen met betrekking tot het gebruik
van het ademhalingstoestel en/of het niet
dragen van het ademhalingstoestel gedu-
rende de gehele duur van de blootstelling
aan verontreinigingen kan de prestatie-
kenmerken van het ademhalingstoestel
aanzienlijk verminderen en kan ziekte, letsel
of de dood tot gevolg hebben.
1
Alvorens dit ademhalingstoestel beroeps-
matig wordt ingezet, dient een schriftelijk
ademhalingsbeschermingsprogramma te
worden geïmplementeerd dat voldoet aan
alle eisen van de lokale overheid.
1
Neem een nieuw masker uit zijn doos.
1
Controleer vóór gebruik de staat van het
masker.
1
Zet het masker op en controleer de lekdicht-
heid voordat u de verontreinigde omgeving
betreedt.
1
Draag het voor de gehele duur van de bloot-
stelling aan verontreinigingen
1
Stoot het ademhalingstoestel af en vervang
het met een nieuwe indien:
• het in een verontreinigde omgeving wordt
afgezet,
• overmatige verstopping van het ademha-
lingstoestel ademhalingsproblemen of
ongemak veroorzaakt,
• het ademhalingstoestel wordt beschadigd,
• de geur detecteerbaar wordt (voor maskers die
verlichting bieden tegen hinderlijke geuren).
1
Modificeer het masker niet.
1
Verlaat de verontreinigde omgeving wan-
neer u last krijgt van duizeligheid, irritatie of
ander ongemak.
BEPERKINGEN
1
Gebruik dit masker NIET voor het betreden
van of het verblijven in een omgeving waar:
• de zuurstofconcentratie lager is dan 17%
(zuurstofarme atmosfeer),
• verontreinigingen en/of hun concentraties
onbekend of onmiddellijk gevaarlijk voor
het leven of de gezondheid zijn,
• de aerosolconcentratie de niveaus over-
schrijdt die zijn vastgesteld in de geldende
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften of
de beschermingsfactor x WEL,
• gassen en/of dampen aanwezig zijn.
1
Gebruik dit masker NIET in explosieve
atmosferen.
1
NIET gebruiken alvorens u de relevante
training heeft gehad.
CONTROLEREN VOOR GEBRUIK
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat het mas-
ker geschikt is voor de beoogde toepassing al-
vorens de verontreinigde omgeving te betreden.
OPSLAGOMSTANDIGHEDEN
1
Het ademhalingstoestel dient te worden op-
geslagen op een goed geventileerde, droge
plek waar het niet aan direct zonlicht wordt
blootgesteld. Houd het uit de buurt van vuur
en vervuiling.
1
Het opslagtemperatuurbereik is -20°C
(-4°F) tot 38°C (100,4°F). Maximale relatie-
ve vochtigheid < 80%.
1
Houdbaarheidsdatum: controleer de verpakking.
WAARSCHUWING
Dit ademhalingstoestel helpt te beschermen
tegen bepaalde verontreinigingen. Het risico op
het oplopen van een ziekte of een infectie wordt
mogelijk niet volledig uitgesloten. Misbruik kan
ziekte of de dood tot gevolg hebben.
Dit masker is gemarkeerd met “NR”; het halfmas-
ker met deeltjesfilter mag niet voor meer dan
één dienst worden gebruikt. Laat ongebruikte
maskers in hun gesloten doos zitten en bewaar
ze op een niet-verontreinigde plaats.
REINIGEN
Alleen van toepassing op de herbruikbare
maskers («R»). Indien het masker voor meer
dan één dienst gebruikt dient te worden, moet
de gelaatsafdichting worden gereinigd met
een met een reinigings- en desinfectiemiddel
geïmpregneerd doekje, zonder alcohol.
Sorteer uw afval conform de geldende
regelgeving.
Neem VOOR MEER INFORMATIE of hulp bij het
gebruik van Honeywell-producten contact op
met uw lokale Honeywell-distributeur.
Halfmasker met deeltjesfilter voldoet aan de
eisen van Verordening (EU) 2016/425. Ze zijn
getest conform EN 149:2001+A1:2009. De Mo-
dule B (certificering van het EU-typeonderzoek)
en Module C2- of Module D-certificering zijn
uitgegeven door CCQS Certification Services
Limited, Block 1 Blanchardstown Corporate Park,
Ballycoolin Road, Blanchardstown, Dublin15,
D15 AKK1, Ierland (NB 2834).