9
IDENTIFICEREN VAN BINNENUNITS DIE NAAST ELKAAR ZIJN GEÏNSTALLEERD
G E VA A R
Schakel de voedingsbron volledig UIT voordat u de DIP-switch van de ontvangerset instelt. Zo niet, dan bestaat gevaar op
een elektrische schok.
De identificatie van naast elkaar geïnstalleerde
binnenunits instellen
1
Ontvangerset instellen
Zet pin 2 van de DIP-switch van de ontvanger (DSW1) op de
kant van binnenunit B (“geïdentificeerde” unit") op “ON”.
2
Draadloze afstandsbediening (PC-LH3B)
Stel de draadloze afstandsbediening in volgens de instruc
-
ties in de Installatie- en bedieningshandleiding.
De identificatie van naast elkaar geïnstalleerde
binnenunits annuleren
1
Ontvangerset instellen
Zet pin 2 van de DIP-switch van de ontvangerset (DSW1) op
“OFF”.
2
Draadloze afstandsbediening (PC-LH3B)
Annuleer de instellingen van de draadloze afstandsbedie
-
ning volgens de instructies in de Installatie- en bedienings
-
handleiding.
10
SIMULTANE WERKING
10.1
DE ONTVANGERSET INSTALLEREN
Wanneer meerdere (tot 16) binnenunits tegelijkertijd worden bediend met de draadloze afstandsbediening, installeer dan de ontvan
-
gerset op slechts één binnenunit. De andere binnenunits moeten standaardunits zonder ontvangerset zijn. Er kunnen indien nodig
maximaal 2 ontvangers worden geïnstalleerd.
De binnenunit is klaar
voor installatie van
ontvangerset.
Standaard binnenunits vereist.
Draadloze
afstandsbediening
Binnenunit met ontvangerset
(PC-ALHZF)
Standaard
binnenunit
Standaard
binnenunit
Standaard binnenunit of
binnenunit met ontvan
-
gerset (PC-ALHZF)
G E VA A R
• Schakel de voedingsbron volledig UIT voordat u de DIP-
switch instelt, de ontvanger installeert en de bedrading
aansluit. Zo niet, dan bestaat gevaar op een elektrische
schok.
• Voer de elektriciteitswerken op een veilige manier uit. Als
de elektriciteitswerken niet volledig zijn afgewerkt, dan
kan de verbinding hitte afgeven, of er kan zich een brand
of een elektrische stoot voordoen.
• Zorg ervoor dat de elektrische bedrading veilig bevestigd
is, zodat er geen externe kracht wordt uitgeoefend op de
klemmen van de bedrading. Als de draden niet goed zijn
bevestigd, kan dit hitte of brand veroorzaken.
O P M E R K I N G
Installeer de aansluitingskabel voor de ontvangerset en de voe
-
dingskabel (220-240V) niet parallel naast elkaar. Dit kan namelijk
een storing veroorzaken in de ontvangerset als gevolg van ruis.
Identificeren van binnenunits die naast elkaar zijn geïnstalleerd
95
PMML0264A rev.1 - 09/2015 - P5416575
NEDERLANDS