47
Nederlands
OPMERKING
Verwijder na gebruik eerst de batterijen uit de lader en
bewaar de batterijen op de juiste manier.
Betre
ff
ende het ontladen raken van nieuwe batterij
e.d.
Aangezien bij nieuwe en langdurig niet gebruikte
batterij de chemische aktiviteit is teruggelopen, zal
de stroomopbrengst bij het eerste en tweede gebruik
slechts gering zijn. Dit is een tijdelijk verschijnsel; de
normale oplaadtijd kan hersteld worden door de accu 2
à 3 maal bij kamer-temperatuur op te laden.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen.
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad de
batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding te lang
blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen van de
batterijwerking en eventueel zelfs beschadiging ervan.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans in
het inwendige verstord worden en zal de levensduur
van de batterij afnemen. Laat de batterij daarom even
afkoelen, voor u met opladen begint.
VOORBEREIDINGEN VOOR HET GEBRUIK
LET OP
○
Geen ontvlambare gassen, vloeisto
ff
en of anderszins
ontvlambare objecten in de werkomgeving.
○
Gebruik buiten of in goed geventileerde ruimtes.
Inhaleer
niet.
○
Houdt het gereedschap, het gaspatroon en de oplader
uit de zon en temperaturen boven 50°C.
○
Blijf uit de buurt van vonkende bronnen – niet roken.
○
Maak de ruimte vrij van kinderen en onbevoegd
personeel.
○
Bewaar het gereedschap, het gaspatroon en de oplader
niet in een koude omgeving. Houd het gereedschap,
het gaspatroon en de oplader tot aan gebruik op een
warme plek.
○
Indien het gereedschap, het gaspatroon en de
oplader koud zijn, dient u het geheel eerst warm te
laten worden voordat u het gaat gebruiken. Houd de
temperatuurslimiet van 50°C in de gaten.
Stel niet bloot aan open vuur en vonken!
○
Dit gereedschap draait mogelijk niet op volle toeren
wanneer:
– de temperatuur te laag waardoor de kracht van het
drijfgas afneemt.
– de temperatuur te hoog is en de concentratie van
het drijfgas te hoog wordt.
○
Gebruik het gereedschap niet in de regen of op plekken
waar het zeer vochtig is.
○
Het wordt niet aanbevolen dit gereedschap te gebruiken
boven een hoogte van 1500 meter, of bij temperaturen
onder 0°C .
1. Gaspatroon
Het bevestigen van de meetklep op een gaspatroon:
(1) Maak de meetklep en het deksel los van het gaspatroon
(Zie
Afb. 3
(1)).
(2) Duw naar voren (steelzijde) en naar beneden aan de
voorkant van de meterklep (Zie
Afb. 3
(2)).
(3) Druk naar beneden aan de achterkant van de meetklep,
totdat het sluit (Zie
Afb. 3
(3)).
Het controleren van de meetklep:
Druk de steel van de meetklep op het gaspatroon twee
of drie keer tegen een vaststaand voorwerp.
Indien er geen gas vrijkomt, is het gaspatroon leeg en
dient u het te vervangen.
Houdt de veiligheidsvoorschriften in acht
LET OP
○
Wanneer er gas lekt uit de meetklep of uit het
gaspatroon nadat u de meetklep heeft vervangen, dient
u een nieuwe meetklep te plaatsen.
○
Probeer de gebruikte meetklep niet opnieuw te
gebruiken.
Plaats een nieuwe meetklep.
2. Batterij
U dient de batterij vóór gebruik op te laden.
De oplaadmethode voor de batterij vindt u op bladzijde
46.
3. Veiligheidscontrole
LET OP
○
Onbevoegden (inclusief kinderen) moeten ver van
dit pneumatisch gereedschap vandaan gehouden
worden.
○
Draag uw oogbescherming.
○
Controleer of de schroeven die de verschillende
onderdelen van het gereedschap bij elkaar houden
goed vastzitten.
Controleer dat het gereedschap geen verroeste of
defecte onderdelen heeft.
○
Controleer of de drukhefboom goed werkt zonder
spijkers, gaspatroon en batterij. Controleer tevens of
er afvalsresten aan de bewegende onderdelen van de
drukhefboom zitten gekleefd.
○
Controleer nogmaals of het veilig is het pneumatisch
gereedschap te gaan gebruiken.
VOOR GEBRUIK
1. Steek de batterij in de boor (Zie Afb. 4)
U dient de drukhefboom en de trekker niet te bedienen
wanneer u de batterij installeert.
Controleer dat het batterij-indicatielampje GROEN
knippert. (Zie
Afb. 5
).
Indien het batterij-indicatielampje ROOD knippert,
betekent dit dat de batterij niet genoeg stroom bevat en
moet worden opgeladen.
BATTERIJ-INDICATIELAMPJE
– GROEN knipperend: Genoeg stroom aanwezig
(Het lampje gaat continue
branden tijdens bediening).
– ROOD knipperend: onvoldoende stroom aanwezig
(Het lampje gaat continue
branden tijdens bediening).
– OFF: De accu is zeer leeg. Laad de accu op.
2. Het aansluiten van het gaspatroon op het
gereedschap
(1) Trek aan de klink en open de gaspatroonafdekking (Zie
Afb. 6
).
(2) Steek het gaspatroon in het gereedschap (Zie
Afb. 7
).
(3) Steek de steel van het gaspatroon in het gat van de
adapter (Zie
Afb. 8
).
(4) Sluit de gaspatroonafdekking.
3. Laden van spijkers
(1) Steek de spijkerstrip in de achterkant van het magazijn
(Zie
Afb. 9
).
(2) Schuif de spijkerstrip naar voren in het magazijn (Zie
Afb. 10
).
(3) Trek de spijkertoevoer (B) terug, zodat de toevoerknop
op de spijkerstrip wordt aangesloten (Zie
Afb. 11
).
000Book̲NR90GC2.indb 47
000Book̲NR90GC2.indb 47
2015/06/18 16:11:26
2015/06/18 16:11:26