40
• Het verpakkingsmateriaal direct en overeenkomstig de
lokaal geldende afvoervoorschriften afvoeren.
• Verander niets aan het toestel. Daardoor vervalt elke
aanspraak op garantie.
Waarschuwing - Batterijen
• Lege batterijen direct uit het product verwijderen en
afvoeren.
• Gebruik uitsluitend accu’s (of batterijen), welke met het
vermelde type overeenstemmen.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd
alsmede geen batterijen van een verschillende soort
of fabrikaat.
• Let absoluut op de correcte polariteit (ops en -)
van de batterijen en plaats deze dienovereenkomstig in
het batterijvakje. Indien de batterijen verkeerd worden
geplaatst kunnen deze gaan lekken of zelfs exploderen.
• De batterij niet opladen.
• Batterijen buiten het bereik van kinderen opbergen.
• De accu‘s/batterijen niet kortsluiten en uit de buurt van
blanke metalen voorwerpen houden.
4. Inbedrijfstellen
Aanwijzing
Let erop dat bij de inbedrijfstelling de batterijen
altijd eerst in het meetstation en dan pas in het
basisstation worden geplaatst.
4.1. Meetstation
• Open het deksel van het
batterijvakje
(43), verwijder
de contactonderbreker en sluit het deksel van het
batterijvakje
(43) weer
• Druk herhaalde malen op de
CH
-toets (40) om het kanaal
te selecteren waarop het meetstation uitzendt. Op de
display wordt
CH1, CH2
of
CH3
weergegeven.
• Druk op de
°C/°F
-toets (42) om bij de
temperatuurweergave tussen °C en °F om te schakelen.
• Sluit vervolgens het deksel van het batterijvakje weer.
4.2. Basisstation
• Open het deksel van het
batterijvakje
(36), verwijder
de contactonderbreker en sluit het deksel van het
batterijvakje
(36) weer.
4.3. Batterijen vervangen
Aanwijzing - Batterijen vervangen
• Denk er na het vervangen van de batterijen van het
meet- of basisstation steeds aan dat er een nieuwe
synchronisatie van deze stations moet worden
uitgevoerd.
• Verwijder daartoe de batterijen uit het andere station
en plaatst ze opnieuw of vervang ze eventueel als dat
nodig is.
Meetstation
• Indien het symbool
(26) wordt weergegeven, vervang
dan de 2 AAA-batterijen van het meetstation door 2
nieuwe batterijen.
• Open het batterijvakje (43), verwijder de verbruikte
batterijen, voer deze volgens de lokale milieuvoorschriften
af en plaats twee nieuwe AAA-batterijen. Let daarbij op de
juiste polariteit (+) en (-). Sluit vervolgens het deksel van
het batterijvakje weer.
Basisstation
• Indien het symbool
(22) wordt weergegeven, vervang
dan de 3 AA-batterijen in het basisstation door 3 nieuwe
batterijen.
• Open het batterijvakje (36), verwijder de verbruikte
batterijen, voer deze volgens de lokale milieuvoorschriften
af en plaats twee nieuwe AA-batterijen. Let daarbij op de
juiste polariteit (+) en (-). Sluit vervolgens het deksel van
het batterijvakje weer.
5. Montage
Aanwijzing – Montage
• Het is aan te raden het basis- en meetstation allereerst
op de gewenste plaatsen van opstelling zonder montage
neer te zetten en alle instellingen - zoals in
6. Gebruik
en werking is beschreven – uit te voeren.
• Monteer pas na een correcte instelling en stabiele
draadloze verbinding het/de station/s.
Aanwijzing
• Het bereik van de draadloze verbinding tussen het meet-
en basisstation bedraagt in het open veld max. 30m.
• Let er vóór de montage op dat de draadloze verbinding
niet door storende signalen of obstakels zoals
gebouwen, bomen, voertuigen, hoogspanningskabels
o.a. negatief wordt beïnvloed.
• Vergewis u er vóór de definitieve montage van dat er
tussen de gewenste plaatsen van opstelling voldoende
ontvangst c.q. een stabiele draadloze verbinding
bestaat.
• Let er bij de montage van het meetstation op dat
dit tegen direct zonlicht en regen beschermd is
gepositioneerd.
• De internationale standaardhoogte voor het meten van
de luchttemperatuur bedraagt 1,25 m (4 ft) boven het
maaiveld.