
98
Aanwijzing – luchtdruk
•
De absolute luchtdruk (
abs
) is een op de plaats van opstelling gemeten waarde welke niet kan worden
gewijzigd.
•
De relatieve luchtdruk (
rel
) is de absolute luchtdruk op de plaats van opstelling maar dan omgerekend
op zeeniveau (nulniveau).
•
De relatieve luchtdruk-referentiewaarde is standaard op 1013,2 hPa ingesteld. Voor een exacte meting
past u de referentiewaarde op uw verblijfplaats aan. U kunt de referentiewaarde handmatig in een
bereik tussen 919,0 hPa en 1080,0 hPa instellen.
•
Informatie over de actuele relatieve luchtdruk op uw verblijfplaats is te vinden op het internet, bij de
lokale weerdienst, te horen via de radio, enz.
Aanwijzing – grenswaarde luchtdruk
•
De weersvoorspelling is gebaseerd op atmosferische luchtdrukveranderingen waarvan u de
grenswaarden individueel tussen 2 hPa en 4 hPa kunt instellen. De grenswaarde is standaard op 3
hPa ingesteld.
•
Indien de luchtdruk met minimaal de ingestelde grenswaarde daalt of stijgt, dan wordt dit als een
weersverandering geregistreerd.
•
Voor omgevingen met frequente luchtdrukveranderingen is het aanbevelenswaardig een hogere
instelling van de luchtdrukgrenswaarde te kiezen dan voor omgevingen met een relatief constante
luchtdruk.
Aanwijzing – grenswaarde storm
•
De stormvoorspelling is tevens gebaseerd op atmosferische luchtdrukveranderingen waarvan u de
grenswaarden individueel tussen 3 hPa en 9 hPa kunt instellen. De grenswaarde is standaard op 6
hPa ingesteld.
•
Indien de luchtdruk over een periode van drie uur met minimaal de ingestelde grenswaarde daalt, dan
wordt de weergave voor de stormwaarschuwing geactiveerd.
•
Bij een geactiveerde weergave voor de stormwaarschuwing knipperen het regensymbool en de
trendpijlen gedurende drie uur.