19
WEERSTANDSBELASTING
NL
Precisie van de meetapparatuur :
De meetapparaten moeten ten minste twee keer en bij voorkeur vijf keer preciezer zijn dan de vereiste precisie voor de
validatie klasse.
CONVENTIONELE BELASTING
De norm vereist dat de stroombronnen (MMA en TIG) en de spanningsbronnen (MIG) gecontroleerd worden onder een
gangbare spanning en een gangbare stroom. De door de norm gegeven formules zijn :
MMA & SUB ARC : U(V) = 20V + 0.04 x I(A) lager dan 600A
TIG : U(V) = 10V + 0.04 x I(A) lager dan 600A
MIG : U(V) = 14V + 0.05 x I(A) lager dan 600A
Voor de apparaten MMA en TIG die gebruikt worden als een stroombron wordt de spanning aangepast
met behulp van de weerstandsbelasting, om zo overeen te komen met de gangbare spanning.
Voor de MIG apparaten, die gebruikt worden als een spanningsbron, wordt de stroom aangepast met
behulp van de weerstandsbelasting, om zo overeen te komen met de gangbare stroom.
Stroom (A)
MMA é SUB ARC (V)
TIG (V)
MIG (V)
40
21.6
11.6
16.0
60
22.4
12.4
17.0
80
23.2
13.2
18.0
100
24.0
14.0
19.0
150
26.0
16.0
21.5
200
28.0
18.0
24.0
250
30.0
20.0
26.5
300
32.0
22.0
29.0
400
36.0
26.0
34.0
500
40.0
30.0
39.0
600
44.0
34.0
44.0
PRAKTISCH GEBRUIK
Op basis van de bovenstaande tabel kunt u een combinatie stroom/spanning kiezen om een test uit te voeren; en dus
de waarde van de weerstand van de belasting vaststellen, met de formule R= U/I.
Gebruik vervolgens, om de juiste weerstand die zo dicht mogelijk bij de gekozen waarde ligt te verkrijgen, de formule :
Over het algemeen kan, in de gangbare praktijk, na enkele pogingen de juiste afstelling gevonden worden.