86
Gebruikershandleiding
NEOPULSE 400 CW
Vertaling van de originele handleiding
LASPROCEDURES
Voor meer informatie betreffende de GYS synergieën en de lasprocedures kunt u de QR-code
scannen :
PUNT MODULE
• SPOT
Met deze lasmodule kunnen de te lassen onderdelen voor het lassen geassembleerd worden. Het punten kan handmatig, per trekker, of getem
-
poriseerd gebeuren, in een van te voren gedefinieerd ritme. Deze punt-tijd resulteert in een betere reproduceerbaarheid en het realiseren van niet-
geoxideerde punten (toegankelijk in het geavanceerde menu).
• DELAY
Deze punt-module lijkt op de SPOT, maar wisselt punten af met vooraf gedefinieerde pauzes zolang de trekker ingedrukt wordt gehouden.
DEFINITIE INSTELLINGEN
Een-
heid
Draadsnelheid
m/min Hoeveelheid toegevoegd metaal en indirect de lasintensiteit en de inbranding.
Spanning
V
Invloed op de breedte van de lasnaad.
Smoorklep
-
Vlakt min of meer de lasstroom af. Instelling afhankelijk van de laspositie.
Pre-gas
s
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van een beschermgas voorafgaand aan de ontsteking.
Post gas
s
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van de lasboog. Beschermt
het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
Dikte
mm
Dankzij de synergie is een volledig automatische instelling mogelijk. Het ingeven van de dikte
regelt automatisch de aangepaste spanning en draadsnelheid.
Stroom
A
De lasstroom wordt geregeld op basis van het type draad dat wordt gebruikt en het te
lassen materiaal
Booglengte
-
Voor het aanpassen van de afstand tussen het uiteinde van de draad en het smeltbad (afstellen van de span-
ning).
Creep speed
%
Progressieve draadsnelheid. Voor de ontsteking komt de draad langzaam uit de toorts om zo zonder schokken
het eerste contact te creëren.
Hot Start
% & s De Hot Start geeft een zeer hoge stroom-intensiteit tijdens de ontsteking, die voorkomt dat de draad aan het
werkstuk blijft plakken. Deze stroom wordt ingesteld in intensiteit (% van de lasstroom) en in tijd (seconden).
Crater Filler
%
Dit stroomniveau bij het uitdoven is de fase die volgt op het verlagen van de stroom.
Deze stroom wordt ingesteld in intensiteit (% van de lasstroom) en in tijd (seconden).
Soft Start
s
Progressief stijgen van de stroom. Om bruuske ontstekingen of schokken te voorkomen wordt de stroom
tussen het eerste contact en het lassen onder controle gehouden.
Upslope
s
Progressieve stijging van de stroom.
Koude stroom
%
Tweede lasstroom, genaamd «koude » stroom
Pulsfrequentie
Hz
Puls-frequentie
Duty cycle
%
In puls : controleert de duur van warme stroom in verhouding tot de duur van de koude stroom.
Downslope
s
Dalende stroom
Punt
s
Bepaalde duur.
Duur tussen 2 punten
s
De duur tussen het einde van een punt (buiten Post gas) en het hervatten van een nieuw punt (inclusief Pre-
Gas).
Burnback
s
Functie die het risico op het plakken van de draad aan het eind van de lasnaad voorkomt. De duur komt ove
-
reen met het terugtrekken van de draad uit het smeltbad.
De toegang tot sommige instellingen hangt af van de lasprocedure (Handmatig, Standaard enz) en van de gekozen schermweergave (Easy, Expert,
of Geavanceerd). Raadpleeg de IHM-handleiding
Summary of Contents for NEOPULSE 400 CW
Page 3: ...FR 3 Manuel d utilisation NEOPULSE 400 CW Notice originale Chaine Chain M4x10 x6...
Page 140: ...RU 20 HMI NEOPULSE 220 C NEOPULSE 220 C XL NEOPULSE 320 C NEOFEED 4W NEOPULSE 400 CW 1 86 MMI...
Page 141: ...21 4 8 7 1 2 6 5 3 1 2 n 1 3 n 2 4 5 n 3 6 n 4 Job 7 8 1 2 3 1 2 3...
Page 143: ...23 AM PM AUTO 10 1 4 0000...
Page 146: ...RU 26 USB USB USB Job Jobs Removable disk Portability USB Job USB Job USB USB...
Page 149: ...29 Warning CR2032...