46
DIAG-STARTIUM 60-12 / 60-24
NL
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
TIMER functie
Met de TIMER functie (n°11) kan een variabele laadperiode van 10 tot 120 minuten gekozen worden, met stappen van
10 minuten. Tevens kan geladen worden onder 1V en zonder accu.
Het laden van de functie TIMER is handmatig. De functie geeft de volgende verschillen :
•
Het opladen wordt altijd opgestart, onafhankelijk van de staat van de accu (gesulfateerde accu, accu in kortsluiting,
spanning lager dan 1V).
•
Het laden start, zelfs als de aansluitingen niet correct zijn : klemmen afgekoppeld of kortsluiting. Er bestaat dus een
risico op vonkvorming als de aanbevelingen voor het correct aansluiten niet opgevolgd worden.
Twee lampjes geven aan dat het laden is opgestart :
- Display (n° 2). Geeft afwisselend de spanning van de accu in volt en de resterende laadtijd in minuten aan.
- De LED lampjes spanning en minuten (n° 3 en 4). Ze branden continu en wisselen in hetzelfde ritme als het display.
Het laden stopt op verschillende manieren :
- Aan het eind van de ingestelde periode.
- Tijdens een stroomonderbreking
- Met een druk op de (8) knop.
Gelijktijdig laden van meerdere accu’s
Met behulp van een parallel aansluiting kunt u meerdere accu’s tegelijk laden. De positieve polen verbonden met de rode klem en
de negatieve polen aangesloten op de zwarte klem. Deze accu’s of groepen accu’s moeten van dezelfde spanning zijn : 12V of 24V.
Het serie laden wordt niet aanbevolen.
GEBRUIK IN START PROGRAMMA
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik.
• Koppel de accu niet los van het voertuig. Het aansluiten van de accu kan verlies van gegevens veroorzaken en
eventueel het opstarten verhinderen.
Starten
Als de starter aangesloten is aan de batterij (zie aansluitprocedure) druk op toets 9 om «START ENGINE» te selecteren.
Als deze funktie is geactiveerd een voorstart zal plaatsvinden. Indrukken van elke toets zal dit programma stoppen.
•
De modus «START ENGINE» herkent gesulfateerde accu’s en weigert in dat geval het opstarten. Voor
iedere opstart procedure begint het toestel met een automatische désulfatie om de auto-elektronica te
beschermen.
• Als de accu te zeer beschadigd is (bijvoorbeeld gesulfateerd) blokkeert de lader het opstarten. In dit
geval geeft de startium afwisselend «CIP» (Charge in Progress) en 0% aan. Dit betekent dat het herstel
van de accu gaande is. Zolang de afkorting «CIP» op de display verschijnt is het niet mogelijk om het
voertuig op te starten.
DIAG-STARTIUM 60-12
50 - 220 Ah / 160 Ah Continu
5 min voorladen
DIAG-STARTIUM 60-24
6-12-24V : 50 - 220 Ah / 160 Ah Continu
5 min voorladen minimum
Begeef u, wanneer het voorladen voltooid is, naar het dashboard van het voertuig. De «starter» functie wordt
geactiveerd op het moment dat de eerste startpoging wordt gedaan (door de contactsleutel om te draaien). De duur
van de poging mag maximaal 10 seconden zijn (aftellen wordt getoond op het display).
Wacht, als uw motor niet start, 2 minuten tussen iedere start poging.
Nb : Als het voertuig niet start, betekent dat niet altijd dat de accu in slechte staat verkeert. De oorzaak van het
probleem kan ook in de dynamo, de gloeibougie of elders liggen.
Koppel na gebruik los volgens de aanbevelingen (p.47-48).
HET TESTEN VAN DE DYNAMO.
Als de accu van het voertuig regelmatig defect is kan het probleem bij de dynamo liggen.
De STARTIUM apparaten hebben een «dynamo-test» functie (p5, n11). Deze toont de laadcapaciteit van de dynamo
en geeft om beurten de spanning en het percentage weer.
Om deze functie te kunnen gebruiken moet het voertuig gestart zijn.
Volg de aanbevelingen voor de
aansluitingen (p.47-48) en kies de functie «dynamo-test» op het bedieningspaneel.