-
Controleer of onderdelen los zitten en bevestig
deze eventueel.
Probeer nooit het apparaat te repareren behalve in het
geval dat u de benodigde opleiding hiervoor hebt.
Let er op dat het bewerkte materiaal zich niet in de
uitwerpzone opstapelt; dit beperkt het uitwerpen en kan tot
een terugslag in het vultrechter leiden.
Indien het apparaat verstopt raakt, schakel deze dan uit en
wacht tot het snijwerk stopt. Neem de stekker uit het
stopcontact voordat u uit het apparaat het hakselgoed
verwijdert.
Controleer of afdekkingen en beschermende onderdelen
onbeschadigd en juist geplaatst zijn. Voer voor het gebruik
eventueel noodwendige onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uit.
Probeer niet de instelling van het toerental van de motor te
wijzigen. Indien een probleem ontstaat, raadpleeg een
vakman.
Houd de beluchtingsleuven altijd vrij van resten of overige
aankoekingen om een beschadiging van de motor of een
mogelijke brand te verhinderen.
Til of draag nooit de machine met draaiende motor.
Schakel het apparaat uit, wacht tot het snijwerk stopt en
neem de netstekker uit het stopcontact altijd voordat u de
werkomgeving verlaat.
Kiep het apparaat nooit tijdens het gebruik.
Stel het apparaat nooit aan regen of vocht bloot. Bewaar
het apparaat enkel op een droge plaats.
Probeer in geen geval de nooduitschakeling buiten bedrijf
te zetten.
Gebruik volgens de bepalingen
Het apparaat is bestemd voor het voor compost bestemde
verkleinen van vezel- en houtachtig afval uit particuliere-
en hobbytuinen. De opvangzak, resp. opvangbox is
uitsluitend voor de opname (niet voor bewaring) van het
gehakselde materiaal geschikt. Ga nooit op de opvangbox
staan.
Ieder ander gebruik geldt als niet volgens deze
gebruiksregels. De producent is voor de eventuele hieruit
ontstane schaden niet aansprakelijk. Let er op dat onze
apparaten niet voor industrieel gebruik zijn bestemd.
Montage GH 2600 P #94062 (afb. B/C)
Montage GH 2600 #94064 (afb. F/G)
Let op! Voor onderhouds-, schoonmaak- en
montagewerkzaamheden dient het apparaat uitgeschakeld
te zijn en de netstekker uitgenomen te worden. Hetzelfde
dient gedaan te worden, indien de stroomkabel
beschadigd, aangesneden of opgewikkeld werd.
Netspanning opvolgen: de spanning van de stroombron
moet met de gegevens op het typeplaatje van het apparaat
overeenkomen.
Een verlengkabel met te kleine doorsnede veroorzaakt een
duidelijke verlaging van het vermogen van het apparaat.
Bij kabels tot 25 m lengte minimaal 3 x 1,5 mm², bij kabels
langer dan 25 m minimaal 2,5 mm². Let op! Niet volgens
voorschrift gebruikte verlengkabels mogen niet gebruikt
worden. Verlengkabel, stekker en koppeling dienen
waterdicht te zijn en voor gebruik buiten toegelaten te zijn.
Kabelverbindingen dienen droog te zijn en zouden niet op
de grond mogen liggen.
Indien een kabeltrommel wordt gebruikt, dient deze geheel
uitgerold te zijn.
Ga met de GH 2600 P #94062 als volgt te werk
(afb. B/C):
•
Neem het apparaat uit de verpakking en
monteer, zoals op de afb. B beschreven is, het
buisframe van het apparaat.
•
Nu volgt, zoals op de afb. C te zien is, de
montage van het onderstel en de
transportwielen.
Ga met de GH 2600 P #94064 als volgt te werk
(afb. F, G):
•
Neem het apparaat uit de verpakking (afb. F/2
en F/3).
•
Neem de opvangbox uit en breng, zoals
afgebeeld, de voeten aan het apparaat aan (afb.
F/4 en F/5).
•
Breng, zoals op de afb. F/6 en F/7 te zien is, het
onderstel en de transportwielen aan.
•
Plaats, zoals op de afb. G/8 te zien is, het
machinehuis op de onderbouw (beslist afb. G/8-
1 en G/8-2 opvolgen).
•
Bevestig nu het machinehuis op de onderbouw
(afb. G/9).
•
Positioneer de opvangbox onder het apparaat
(afb. G/10) en vergrendel de opvangbox d.m.v.
de vergrendelingshendel van de opvangbox
(G/10-1 en G/10-2). Let op! Zonder
vergrendeling geen functie.
Gebruik
Plaats het apparaat altijd waterpas op een vaste
ondergrond. Kiep of beweeg het apparaat nooit met een
draaiende motor.
Let op! De motor draait na het uitschakelen noch na.
Verwijder de grond uit wortelballen en vermijd dat vreemde
voorwerpen, zoals stenen, glas, metalen, kunststoffen of
textielmaterialen, in de vultrechter en daardoor in het
apparaat en de snijwals komen; het apparaat kan
beschadigd worden.
De vultrechter moet leeg zijn.
Inschakelen
Druk op de groene starttoets (afb. A/3, resp. afb. E/2).
Uitschakelen
Druk op de rode stoptoets (afb. A/3, resp. afb. E/2).
Beveiliging tegen ongewenste aanloop
De beveiliging tegen ongewenste aanloop verhindert een
plotselinge aanloop van het apparaat na een stroomuitval.
Terugloop
Druk en houd de teruglooptoets ingedrukt (afb. A/4, afb.
A/4a) en afhankelijk van de modeluitvoering aanvullend de
groene starttoets (afb. A/3, resp. afb. E/2); de snijwals
loopt dan in de omgekeerde richting en maakt het
geblokkeerde materiaal los.
Overbelastingsbeveiliging
Indien het apparaat voor een hoge belasting gebruikt wordt
(bijv. blokkering van de snijwals), leidt het na enige
seconden tot stilstand van het apparaat.
42
