42
3.2 Het veranderen van de positie van het klem-
menkast
Verander de positie van de klemmenkast zoals aan-
gegeven staat in
p
.
3.3 Bypass klep
3.4 Terugslagklep
Wanneer een terugslagklep wordt toegepast in het
leidingswerk, zie
q
, dient de minimale persdruk
hoger te zijn dan de druk die benodigd is om de klep
te sluiten.
3.5 Luchtafscheiding
4. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting en beveiliging dienen vol-
gens de locaal geldende regels plaats te vinden.
• De motor behoeft geen externe motorbeveiliging.
• De voedingsspanning en -frequentie staan ver-
meld op het typeplaatje van de pomp. Controleer
of de motor geschikt is voor de aanwezige voe-
dingsspanning.
• Het aansluitschema is weergegeven in
s
.
• Een signaallampje op de display van het
aansluitkastje geeft aan dat de netvoeding inge-
schakeld is.
5. In bedrijf stellen
Start de pomp pas wanneer de installatie met vloei-
stof is gevuld en volledig is ontlucht. Bovendien dient
de vereiste minimum inlaatdruk beschikbaar te zijn
aan de zuigzijde van de pomp, zie sectie
Het systeem mag niet worden ontlucht via de pomp.
De pomp is zelf-ontluchtend, het is niet nodig de
pomp voor aanvang te ontluchten.
Lucht in de pomp kan geluid veroorzaken. Dit geluid
verdwijnt na een aantal minuten.
Droog lopen:
Laat de pomp niet zonder water
draaien.
6. Display
Een signaallampje op het display geeft aan dat de
netvoeding ingeschakeld is.
Op het display is het energieverbruik tijdens bedrijf
in Watt (in hele getallen) af te lezen.
Foutenmeldingen door bijvoorbeeld vastlopen/
vastzitten worden in de display aangegeven als
"- -".
7. Instellen van de pomp
7.1 Fabrieksinstellingen
Alvorens de pomp te demonteren dient het
systeem te worden afgetapt of dienen de
afsluiters aan beide zijden van de pomp te
worden gesloten.Het medium kan onder
druk staan en een hoge temperatuur heb-
ben.
In een tweepijps systeem met een by-
pass klep tussen de pers- en de zuig-
leiding, is het aan te bevelen om de
pomp in te stellen op constante druk,
zoals aangegeven staat in de figuur.
GRUNDFOS ALPHA Pro pompen van het
type A moeten uitgevoerd worden met een
automatische ontluchter. Dit moet van te-
voren op de pompbehuizing gemonteerd
zijn.
De pomp dient te worden geaard via de
aardklem.
De pomp dient te zijn aangesloten via een
externe werkschakelaar met een contact-
opening van ten minste 3 mm.
De instelknop wordt in de fabriek op
de middelste positie ingesteld. Deze
instelling is te gebruiken voor 80-90%
van alle woningen.
De instelknop voor normaal en nacht-
verlaging is in de fabriek ingesteld op
'normaal bedrijf'. Als nachtbedrijf ge-
wenst is, zie sectie
.
Pomptype
Opvoerhoogte
ALPHA Pro xx-40
Maximale opvoerhoogte
ongeveer 4 meter
ALPHA Pro xx-60
Maximale opvoerhoogte
ongeveer 6 meter
Summary of Contents for ALPHA Pro
Page 1: ...GRUNDFOS ALPHA Pro GRUNDFOS INSTRUCTIONS Installation and operating instructions ...
Page 140: ...140 n TM03 0918 0805 o TM03 0906 0705 p TM03 0920 0805 q TM02 0640 0301 r TM01 8597 0400 ...
Page 141: ...141 s 1 2 3 4 5 6 ...
Page 142: ...142 t TM01 8690 0600 1 2 3 ...
Page 143: ...143 u TM02 0634 4900 Pos 1 Pos 2 ...