1
7
1
NL
Zagen
Controleer voor elk gebruik of de
kettingzaag goed functioneert, of de
brandstof en kettingolie zijn aangevuld, of
de ketting scherp is en juist is gespannen,
en of de kettingrem correct functioneert.
Start de motor
.
H
oud de zaag met beide handen vast bij de
handgre
p
en
(
1
2,
1
6).
Til het blad o
p
richting
het werkgebied
.
Druk de veiligheidsschakelaar
(
1
3)
en
versnelling
(
1
7)
tegelijkertijd in
.
Laat u de
schakelaar o
f
versnelling los
,
dan sto
p
t de
zaag
.
Begin met zagen als de ketting de gewenste
snelheid hee
f
t bereikt
.
Dunne takken kunnen in een keer gezaagd
worden
.
Om versni
pp
eren en breken te
voorkomen moeten takken in verschillende
delen gezaagd worden
.
A
ls er dikkere takken gezaagd worden moet
eerst de onderzijde gezaagd worden om te
voorkomen dat de tak a
f
breekt
.
Z
aag daarna
de bovenzijde van de tak
.
Ga door tot uw
laatste snede het dichtst bij de stam is
.
Dicht
gezaagde o
pp
ervlakken van bomen die
blijven staan a
f
om bloeden van de boom te
voorkomen
.
Gebruik een stabiele zaagbok bij het zagen
van stronken
.
Plaats de zaag stevig o
p
het werkstuk met de schorssteun aan de
voorkant van de zaag en zaag het werkstuk
door de achterkant van de kettingzaag naar
boven te draaien met de schorssteun als
draai
p
unt
.
Laat de versnelling meteen los als de
ketting klem komt te zitten
.
A
ls de ketting
blij
f
t steken
,
wat terugslag veroorzaakt
,
wordt de kettingrem geactiveerd door de
beschermende ka
p
die naar voren draait
.
Gee
f
de rem vrij door de ka
p
weer naar u toe
te trekken
.
Schakel de motor uit voordat u de
kettingrem activeert
.
De ketting kan uitzetten als deze warm is
.
C
ontroleer regelmatig o
f
de ketting
aanges
p
annen moet worden om te
voorkomen dat deze loskomt van het
blad
.
A
ls de ketting wordt aanges
p
annen
terwijl deze warm is
,
moet de ketting weer
losgedraaid worden als hij is a
f
gekoeld
.
Reiniging en bewaren
Laat de kettingzaag na elk gebruik a
f
koelen
.
Maak de kettingzaag schoon met een borstel
o
f
ge
p
erste lucht
.
V
eeg de buitenkant van de kettingzaag a
f
met een goed uitgewrongen bevochtigde
doek
.
Z
org er altijd voor dat de geleider in het blad
vrij is van zaagsel en houts
p
linters zodat de
ketting goed gesmeerd wordt
.
Gebruik
p
erslucht om de geleider schoon te
houden
.
V
erwijder de ketting om de geleider
te reinigen als deze niet goed genoeg
gereinigd kan worden met de ketting o
p
het
blad
.
Smeer regelmatig het kettingwiel aan de
voorkant van het blad
.
V
erwijder de ketting
,
reinig de sleuven in het blad en dru
pp
el
kettingzaagolie in het kettingwiel
.
H
oud het olietoevoergat o
p
het blad schoon
zodat er kettingolie toegevoegd kan worden
.
Z
org dat de ventilatiegaten rond de cilinder
zorgvuldig worden gereinigd
,
omdat de zaag
anders oververhit kan raken tijdens gebruik
.
Plaats de beschermka
p
o
p
het blad voordat u
de kettingzaag o
p
bergt
.
V
oer de brandsto
f
a
f
in een hiervoor
bestemde container en bewaar de
kettingzaag buiten bereik van kinderen o
p
een droge
,
vorstvrije
p
laats
.