66
NL
dragen van geschikte kledij doet het
risico voor verwondingen afnemen.
• Controleer het terrein, waarop het ap
-
paraat gebruikt wordt, en verwijder
alle voorwerpen (bijvoorbeeld stenen,
stokken, draden), die vastgegrepen en
weggeslingerd kunnen worden.
•
Waarschuwing
: benzine is in hoge
mate ontbrandbaar. Vuur of ontploffin
-
gen kunnen tot ernstige brandwonden
leiden:
- Bewaar benzine uitsluitend in de
daarvoor voorziene reservoirs.
- Tank uitsluitend in de open lucht en
rook niet terwijl u benzine ingiet.
- Benzine dient vóór de start van de
motor ingegoten te worden. Terwijl
de motor draait of bij een heet ap
-
paraat mag de tankdop niet ge
-
opend of benzine bijgevuld worden.
- Indien er benzine overgelopen is,
mag er geen poging ondernomen
worden, de motor te starten. In
plaats daarvan dient het apparaat
van het door benzine bevuilde op
-
pervlak gereinigd te worden. Iedere
ontstekingspoging dient vermeden
te worden totdat benzinedampen
verdampt zijn.
- Omwille van de veiligheid dienen
benzinetank- en andere tankdop
-
pen bij beschadiging uitgewisseld te
worden.
• vervang defecte geluiddempers.
• Vóór het gebruik dient er altijd een
visuele controle doorgevoerd te wor
-
den, of het snoeigereedschap, de
bevestigingsbouten en de complete
snoei-eenheid versleten of beschadigd
is/zijn. Om een onbalans te vermijden,
mag/mogen versleten of beschadigd
gereedschap en bouten slechts per
paar uitgewisseld worden.
• Wees voorzichtig bij apparaten met
verschillend snoeigereedschap omdat
de beweging van een mes tot rotatie
van de overige messen kan leiden.
• Gebruik uitsluitend reserveonderdelen
en aan slijtage onderhevige toebeho
-
ren, die door de fabrikant geleverd en
aanbevolen worden. Het gebruik van
vreemde onderdelen kan tot verwon
-
dingen leiden en heeft een onmiddel
-
lijk verlies van de garantieclaim tot
gevolg.
Hantering:
• Laat de verbrandingsmotor niet draai
-
en in gesloten lokalen, waar er zich
gevaarlijk koolmonoxide kan ophopen.
• Maai uitsluitend bij daglicht of bij een
goede kunstmatige verlichting. Een
onverlicht werkterrein kan tot ongeval
-
len leiden.
• Vermijd zo mogelijk het gebruik van
het apparaat bij nat gras.
• Let altijd op een veilige stand, in het
bijzonder op hellingen. Daardoor kunt
u het apparaat in onverwachte situa
-
ties beter controleren.
- Werk altijd dwars op de helling,
nooit op- of neerwaarts.
- Wees uiterst voorzichtig als u de
rijdrichting op de helling wijzigt.
- Maai niet op overdreven steile hel
-
lingen (max. 10°).
• Beweeg het apparaat slechts stap
-
voets voort.
• Wees uiterst voorzichtig wanneer u
het apparaat omkeert of het naar u toe
trekt.
• Houd het snoeigereedschap stil wan
-
neer het apparaat gekanteld moet
worden, voor het transport op andere
vlakten dan gras en wanneer het ap
-
paraat van de te maaien vlakte weg of
in de richting van de te maaien opper
-
vlakte voortbewogen wordt.
Summary of Contents for B-49396
Page 3: ...3 19a 22 21 23 27 19 6 3 18 1 26 19 25 15a 15 24 23a ...
Page 4: ...4 12 28 28 P 22 3 1 2 3 31 32 29 14 13 11 ...
Page 184: ...184 ...
Page 196: ......