3. Ingebruikname
Laden van de accu:
4
6
5
8
7
5
9
OPGELET!
Overspanning vernietigt de accu’s en de acculader.
v
Let op de juiste netspanning.
Vóór het eerste gebruik de deels geladen accu volledig opladen.
Laadduur (bij lege accu) zie 9. Technische gegevens.
De lithium-ion-accu kan in elke laadstand worden geladen en het
laden kan op elk gewenst moment worden onderbroken zonder de
accu te schaden (geen memory-effect).
1. Druk de beide ontgrendelingstoetsen
4
in en trek de accu
5
van de accuhouder
6
op de handgreep af.
2. Stekker van het laadsnoer
7
op de accu
5
steken.
3. Acculader
8
in een stopcontact steken.
Oplaadcontrolelampje
9
op het oplaadapparaat knippert elke
seconde groen: Accu wordt opgeladen.
Oplaadcontrolelampje
9
op het oplaadapparaat brandt groen:
Accu is geheel opgeladen.
(Oplaadduur zie 9. Technische gegevens).
Controleer tijdens het opladen regelmatig de voortgang van het
opladen.
Acculaadtoestandsweergave tijdens het opladen:
100 % opgeladen L1, L2 en L3 branden.
66 – 99 % opgeladen L1 en L2 branden, L3 knippert.
33 – 65 % opgeladen L1 brandt, L2 knippert.
0 – 32 % opgeladen L1 knippert.
4. Wanneer het opladen voltooid is, moet de accu
5
uit de accu-
lader
8
worden gehaald. Eerst de accu
5
uit de acculader
8
halen en vervolgens de stekker van de acculader
8
uit het
stopcontact trekken.
5. Schuif de accu
5
in de accuhouder
6
op de handgreep,
tot deze hoorbaar vastklikt.
ß
B
ß
L1
ß
L2
ß
L3
ß
W
2,6Ah
Diepontlading vermijden:
Wanneer de accu leeg is, schakelt de diepontladingsbeveiliging
het apparaat automatisch uit voordat de accu diep ontladen
wordt. Om ervoor te zorgen dat de volgeladen accu zich niet via
het losgekoppelde oplaadapparaat ontlaadt, moet de accu na
het laden van het oplaadapparaat worden losgekoppeld.
Wanneer de accu langer dan 1 jaar werd opgeborgen, moet deze
weer volledig worden opgeladen. Wanneer de accu diep ontla-
den werd, knippert het controlelampje op het oplaadapparaat
9
bij het begin van het opladen snel (2 keer per seconde). Wanneer
het controlelampje op het oplaadapparaat
9
na 10 minuten nog
steeds snel knippert, is er sprake van een storing (zie 7. Ophef-
fen van storingen). Wanneer het foutenlampje
ß
W
op de accu
knippert, is er sprake van een storing (zie 7. Opheffen van storin-
gen). Wanneer de accu volledig ontladen is, kan het ongeveer
20 min. duren tot de laadtoestand via het lampje op de accu wordt
weergegeven. Het oplaadproces wordt op elk moment weerge-
geven door het knipperende lampje
9
op het oplaadapparaat.
40
NL